Identiteit, verbinding, wereldburgerschap: over de kansen van meertaligheid in het basisonderwijs
Meertaligheid heeft nog niet op elke school een plaats binnen het curriculum. Onderwijsprofessionals willen dit wél. Soms is er ook twijfel, want waarom zou je aandacht besteden aan de meertaligheid van je leerlingen?
Een verslag van het webinar ‘Het ABC van Meertaligheid op de Basisschool’ georganiseerd door SLO, Nuffic en Erasmus+ op 16 februari.
Door Lisa Bouman
In totaal zes sprekers delen hun kennis op het gebied van meertaligheid tijdens dit webinar georganiseerd door SLO, Nuffic en Erasmus+. De belangstelling is groot. Er schuiven in totaal 220 mensen aan. Het thema meertaligheid speelt dus écht binnen het basisonderwijs.
Hoe geef je meertaligheid een plek binnen het onderwijs? Hoe motiveer je je team om meertaligheid te gebruiken in de klas? Is meer aandacht voor meertaligheid niet slecht voor de ontwikkeling van het Nederlands? De deelnemers krijgen voorafgaand aan het webinar al de kans om hun vragen te stellen. Tussen de vragen door zijn er focusmomenten waarin dieper wordt ingegaan op het onderwerp.
‘Allereerst is het belangrijk om na te denken over wat meertaligheid precies is’, zegt Inge Jansen, vakexpert Nederlands.
Meertaligheid is een breed begrip. Meertaligheid zie je in de samenleving, maar ook bij het individu. Naast het standaard Nederlands spreken leerlingen bijvoorbeeld dialect, gebruiken gebarentaal of leren Engels op school. Dit maakt dat eigenlijk iedereen – in ieder geval een beetje – meertalig is. Hoewel meertaligheid diepgeworteld zit in onze samenleving en deel is van onze identiteit, is er weinig plaats voor in het onderwijs.
Meertaligheid draagt bij aan identiteitsontwikkeling en welbevinden
Jantien Smit, lector Meertaligheid en Onderwijs aan de Hogeschool Utrecht legt uit dat talen tegelijkertijd actief zijn in de hersenen. Het beeld dat je een taal zomaar kunt uitzetten is niet waar. Dus ook al is de voertaal Nederlands in de klas, de andere talen die leerlingen (gedeeltelijk) beheersen, blijven altijd actief.
‘Door pure focus op het Nederlands loop je het risico dat je kinderen onderschat, omdat een deel van wat ze meebrengen onzichtbaar blijft’, vertelt Jantien.
Ze vervolgt haar verhaal door te vertellen wat de positieve kanten zijn van het benutten van meertaligheid. Zo draagt het bij aan de identiteitsontwikkeling en het welbevinden van de leerling, maar ook aan de cognitieve ontwikkeling: zowel talig als vakinhoudelijk.
De verbindende kracht van meertaligheid
‘Er wordt te snel vanuit gegaan dat het Nederlands de (enige) verbindende taal is in de klas. Is dit ook zo voor een klas waar maar vijf leerlingen het Nederlands als thuistaal hebben? Meertaligheid kan ook verbindend werken’, benadrukt Annelijn Beltman, kwaliteitscoördinator van de onderbouw op Kindcentrum de Werf in Arnhem.
Om meer positieve aandacht voor meertaligheid te krijgen, ontwikkelde SLO een Team Support Agenda.
Het begint bij een positieve houding ten opzichte van meertaligheid vertelt Inge Jansen. De Team Support Agenda (TSA) biedt scholen de mogelijkheid om invulling te geven aan meertaligheid. De TSA wordt momenteel getest op KC de Werf. Annelijn vertelt over haar ervaring met de TSA binnen haar team. ‘Ik leer mijn leerlingen beter kennen en het is ontroerend om te zien hoe leerlingen elkaar in hun eigen taal kunnen troosten’, vertelt Annelijn. Door de TSA is het team van Annelijn aangemoedigd om meer te doen met meertaligheid.
Hoe kun je meertaligheid een plek geven in de klas?
Machteld Moonen, vakexpert Engels vertelt hoe je dit zou kunnen doen bij het vak Engels. Het inzetten van meertaligheid is niet alleen voorbehouden aan de taalvakken, maar kan ook worden gebruikt in het natuur- en techniekonderwijs (N&T).
Jantien Smit deelt hierover haar ervaringen. ‘Ook bij N&T-vakken is taalbeheersing nodig. Het integreren van taal- en vakonderwijs kan beide onderdelen versterken’, vertelt Jantien. Ze laat ook een filmpje zien waarin leerlingen in een nieuwkomersklas te zien zijn, terwijl ze bezig zijn met biologie. Twee leerlingen praten in hun thuistaal over de biologieopdracht, wisselen daarna zonder moeite naar het Nederlands en vertellen bij welke temperatuur een zaadje sneller ontkiemt.
Doordat ze ook een andere taal dan het Nederlands mogen gebruiken, krijgen ze eenvoudiger grip op de lesstof en durven ze zich eerder uit te spreken. Het praten in een nieuwe taal is vaak eng en maakt zenuwachtig. Misschien herken je dat wel, als je in de zomervakantie bij de Franse bakker staat. Deze zenuwen lijken bij de kinderen in het filmpje niet te bestaan.
‘Door het geven van Engels vergroot je de meertaligheid van jouw leerlingen’, vertelt Machteld Moonen.
Leerlingen breiden hun meertalige repertoire uit door het leren van Engels en ze kunnen hun meertaligheid inzetten bij het leren van Engels. Hiervan zijn leerlingen zich niet altijd bewust. Om die reden is het nuttig eens te kijken naar het meertalige repertoire van jouw leerlingen. Je kunt vragen stellen als, welke talen beheers je al? En wat kun je dan in die talen? Bijvoorbeeld: Ken je een paar woordjes in die taal? Kun je goed gesprekken voeren in die taal? Dit wordt talensensibilisering genoemd. Leerlingen kunnen hun eigen meertalige repertoire gaan inzetten bij het leren van een nieuwe taal, bijvoorbeeld Engels. Dit heet functioneel meertalig leren. Dit kan bijvoorbeeld door samen met de leerlingen overeenkomsten te zoeken tussen het Engels en de talen die ze al kennen.
Machteld geeft ook nog een praktische tip: kijk eens naar de leermiddelen die je tijdens de les gebruikt. Wordt hierin aandacht besteed aan meertaligheid? Misschien moet je de huidige methode aanvullen met oefeningen en opdrachten waarbij leerlingen hun meertalige repertoire kunnen gebruiken.
‘Meertaligheid en wereldburgerschap zijn moeilijk los van elkaar te zien’, zegt Stan van Laarhoven, coördinator primair onderwijs bij Nuffic.
Hoe draagt meertaligheid bij aan wereldburgerschap? Stan legt eerst uit wat wereldburgerschap is. Wereldburgerschap gaat over het ontwikkelen van een open blik naar anderen in de klas, maar ook naar de rest van de wereld. Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden, omdat uit onderzoek is gebleken dat kinderen al vanaf jonge leeftijd een bevooroordeeld wereldbeeld ontwikkelen. Met meer focus op meertaligheid kan deze bevooroordeelde houding veranderen. ‘Kinderen leren elkaars talen te waarderen, wat leidt tot meer onderling begrip en begrip voor een andere cultuur’, vertelt Stan.
Wil je als school meer doen met meertaligheid?
Dan kun je daarvoor een subsidie aanvragen. In het laatste deel van het webinar vertellen Susanna van Citters van Nuffic en Svetlana van Schilfgaarde van Erasmus+ over de mogelijkheden.
De belangstelling voor het thema was enorm. Er waren meer dan 200 deelnemers en het enthousiasme was terug te lezen in de chat, die geen seconde stil stond. Dat is een mooi compliment voor de organisatoren. En het is voor de kansen van meertaligheid in het basisonderwijs een heel goed begin. En je weet wat ze zeggen. Een goed begin…
De Team Support Agenda van SLO is vanaf september 2022 te downloaden op www.slo.nl. Deze tool helpt je om op een laagdrempelige manier het onderwerp meertaligheid te verkennen als team.
Wil je meer weten over wereldburgerschap of de IFO-subsidie? Kijk dan op de website van Nuffic. Je vindt hier bruikbare informatie, praktische tips en lesmaterialen om wereldburgerschap vorm te geven op jouw school.
Wil je weten of jouw school een Erasmus+ subsidie kan aanvragen voor een project rondom meertaligheid? Bekijk dan de website van Erasmus+. Je vindt er ook voorbeelden van projecten ter inspiratie!
Wil jij meer video’s zien over meertaligheid in het vakonderwijs? Bezoek dan: www.inclusievevakdidactiek.nl. Hier vind je ook materialen die je zo kunt inzetten in de les om alle leerlingen in meertalige klassen te betrekken bij vakonderwijs.