Uitleg en instructie geven
Bij deeltaak 3.4 is sprake van het geven van informatie en van het organiseren en realiseren van een educatieve activiteit (voor kb/gl), of het daarbij assisteren (voor bb). In de syllabus wordt toegelicht dat het kan gaan om een 'workshop, rondleiding, excursie of natuurspeurtocht'.
Bij dergelijke activiteiten kunnen verschillende soorten gesprekken voorkomen. De ene keer wordt vooral informatie en uitleg gegeven (bijvoorbeeld bij een excursie) de andere keer is vooral instructie aan de orde (bijvoorbeeld voor een natuurspeurtocht). Soms zal er meer sprake zijn van spreken voor een groep dan van een gesprek, al zal degene die de leiding heeft ook vragen moeten beantwoorden of moeten ingaan op reacties van de deelnemers. Als de deelnemers bezig zijn zullen er, net als bij samenwerking met collega's, spontane opmerkingen, aanwijzingen of gesprekjes voorkomen.
Bij het begin en einde van een activiteit zijn een duidelijke opening en afsluiting van belang. Bij gesprekken tijdens de activiteit zullen de opening en de afsluiting vaak heel kort zijn ("Mag ik even jullie aandacht?" "Succes!"), of zelfs ontbreken.
Uitleg
Het geven van uitleg is een belangrijke taak van iemand die een excursie of rondleiding verzorgt. Op verschillende momenten en plaatsen worden zaken toegelicht.
De structuur van een uitleg is die van een Beschrijving, met twee fasen:
identificatie -> specificatie
BESCHRIJVING | Kenmerkende opbouw bij het geven van uitleg |
Opening | De aandacht van de deelnemers wordt gevraagd. Bij de start van een activiteit zal de opening langer zijn, er kan bijvoorbeeld kennisgemaakt worden of de deelnemers worden welkom geheten. |
Identificatie | 1. Waarover wordt uitleg gegeven? Welke vraag wordt er beantwoord? |
Specificatie | 2. Uitleg. Voorbeelden: toelichten van het doel en het verloop van de activiteit, uitleg over een bepaald verschijnsel in de natuur. |
Afsluiting | Het gesprek wordt (voor dat moment) beëindigd. Eventueel wordt verwezen naar het verdere verloop van de activiteit of een volgend gespreksmoment. |
Instructie
Bij een workshop of natuurspeurtocht moeten de deelnemers zelf in actie komen. Daarvoor geeft de beroepsbeoefenaar instructie.
Een instructie heeft de vorm van een Procedure, met een opbouw in drie fasen:
doel -> benodigd materiaal -> stapsgewijze instructie
PROCEDURE | Kenmerkende opbouw van een procedure |
Opening |
De aandacht van de deelnemers wordt gevraagd. Bij de start van een activiteit zal de opening langer zijn, er kan bijvoorbeeld kennisgemaakt worden of de deelnemers worden welkom geheten. |
Doel | 1. Wat is de bedoeling van de activiteit? Wat gaan de deelnemers maken of doen? |
Benodigd materiaal | 2. De beroepsbeoefenaar geeft aan welke materialen er nodig zijn (als er tenminste sprake is van materiaalgebruik). |
Stapsgewijze instructie | 3. De beroepsbeoefenaaar geeft (in chronologische volgorde) aan wat de deelnemers moeten gaan doen. |
Afsluiting | Het gesprek wordt (voor dat moment) beëindigd. Eventueel wordt verwezen naar het verdere verloop van de activiteit of een volgend gespreksmoment. |