De inhoud van het profiel
Het beroepsgerichte profielvak is ontwikkeld langs twee assen die elkaar kruisen. Op elke as zijn uitersten benoemd.
Op de verticale as staat het landelijk gebied tegenover het stedelijk gebied. Met het landelijk gebied wordt het gebied buiten de steden bedoeld, waar landbouw en natuur een belangrijke rol spelen. Het stedelijk gebied staat voor 'het alleen liggende dorp', 'de enkele stad', een aaneenschakeling van dorpen, VINEX-locaties en de grote stad (bijvoorbeeld de Randstad). Op de horizontale as staat de producent tegenover de consument. Zo zijn vier samenhangende kwadranten ontstaan die een duidelijk eigen karakter hebben en tegelijkertijd de volledige breedte van de groene sector laten zien. Dit denkkader dient als uitgangspunt genomen te worden voor de concretisering van het onderwijs.
De kenmerken van de vier modulen
(deze tekst en het schema is hiernaast ook te downloaden)
1. Groene productie (bb, kb)
Op het snijvlak van het landelijk gebied en de producent maken leerlingen onder andere kennis met plantaardige en dierlijke productie. Leerlingen leren vermeerderen, telen en oogsten en maken kennis met veeteelt en het welzijn van dieren. Zo kunnen zij bijvoorbeeld de gezondheid van dieren beoordelen. Ook leren leerlingen over technologische toepassingen in de sector.
2. Tussen productie en verkoop (bb, kb, gl)
De volgende stap in de keten bevindt zich op het snijvlak van het landelijk gebied en de consument. Hier staat onder andere de verwerking van groene producten centraal. Het gaat hier bijvoorbeeld om appels die verwerkt worden tot moes. De regels, voorschriften en controles die gehanteerd moeten worden bij de verwerking van groene producten. Het verzenden van producten naar de volgende schakel in de keten en het beheer van voorraad.
3. Vergroening stedelijke omgeving (bb, kb, gl)
Op het snijvlak van het stedelijk gebied en de producent leren leerlingen te kijken naar hun groene woonomgeving. Het gaat onder andere over het park, de straat en de tuin en het ontwerpen, inrichten en onderhouden van de groene ruimte. Ook de kinderboerderij met het inrichten van dierenverblijven en de verzorging van dieren hoort bij de stedelijke omgeving.
4. Groene vormgeving en verkoop (bb, kb)
Op het snijvlak van de stedelijke omgeving en de consument leren leerlingen iets 'groens' te verkopen. Hier wordt de relatie gelegd met de medewerker in het tuincentrum die klanten adviseert, producten in de winkel plaatst en onder de aandacht brengt, of de bloemist die bloemwerk verkoopt en een klant te woord staat.
Let op: Het profiel kan nooit los gezien worden van de kern. De kern bestaat uit algemene competenties, professionele competenties (denk aan aspecten als duurzaamheid en kringloop) en loopbaanoriëntatie en begeleiding.
Leerlingen in bb en kb doen centraal examen in alle vier de modulen. Voor gl-leerlingen zijn twee modulen aangewezen, te weten module 2 en module 4. De motivatie hiervoor is de volgende:
- deze twee profieldelen vertegenwoordigen het ketendenken (van productie, inrichting, ontwerp tot verkoop en logistiek);
- de hele groene sector komt in vogelvlucht aan bod en laten de breedte van de sector zien; stedelijk versus landelijk en producent versus consument;
- de beide modulen bieden een oriëntatie op goede arbeidsperspectieven voor dit niveau (logistiek, levensmiddelentechnologie, milieu, water);
- de beide modulen zijn haalbaar en interessant voor leerlingen die doorstromen naar mbo;
- de beide modulen zijn voldoende praktisch en daarmee uitdagend voor leerlingen.