Duurzaamheid in de groene keuzevakken

26 oktober 2022

I​n het profiel Groen is duurzaamheid in de kern van het examenprogramma vastgelegd in de professionele kennis en vaardigheden. De eindterm is als volgt geformuleerd:
de kandidaat kan de begrippen duurzaamheid en kringloop (her)kennen, benoemen en hanteren.

Omdat de kern niet los gezien kan worden van de groene keuzevakken volgen hier voor een aantal keuzevakken enkele lessuggesties waarbij het mogelijk is aandacht te besteden aan duurzaamheid. Bij de lessuggesties worden steeds enkele bronnen genoemd.

Het groene machinepark

Dit keuzevak heeft een technisch karakter. Leerlingen maken onder andere kennis met brandstofmotoren. Ze kunnen getrokken en aangedreven land- en tuinbouwmachines herkennen en benoemen, kleine onderhoudswerkzaamheden verrichten en elektrische circuits tekenen, realiseren en repareren.

Lessuggesties

  • Voer een verkenning uit naar de robotisering in de land- en tuinbouw;
  • Onderzoek trends in land- en tuinbouwmachines;
  • Geef een advies over de aanschaf van duurzame land- en tuinbouwmachines;
  • Onderzoek de voordelen van elektrisch aangedreven landbouwmachines.

Tuinontwerp en -aanleg

In dit praktische keuzevak oriënteren leerlingen zich op het ontwerpen en aanleggen van tuinen. Ze maken een ontwerp voor een tuin en leggen deze aan. De opdracht wordt afgesloten met de oplevering van het werk.

Lessuggesties

  • Ontwerp een tuin voor bijen, vlinders en insecten.
  • Onderzoek de voor- en nadelen van een stenen tuin en een groene tuin.
  • Maak een ontwerp voor een tuin waarbij je rekening houdt met de kringloop in de tuin.
  • Maak een plan om onkruid op ecologische wijze te bestrijden.
  • Ontwerp een tuin die zitcomfort biedt maar ook het regenwater maximaal kan afvoeren.
  • Biodiversiteit in de tuin.
  • Een vogelrijke tuin.
  • Een tuin voor de egel.

Werk in tuin en landschap

In dit praktische keuzevak maken leerlingen een onderhoudsplan voor een tuin of voor deel van een landschap, ze plaatsen recreatieve voorzieningen of plegen technisch onderhoud aan voorzieningen. Leerlingen leren planten te herkennen en te benoemen en ze verrichten seizoensgebonden onderhoud in tuin of landschap.

Lessuggesties

  • Kies voor het onderhoud machines, die weinig geluidsoverlast produceren.
  • Maak een plan voor het plaatsen van nestkasten voor verschillende soorten vogels.
  • Onderzoek hoe de tuin of het landschap aantrekkelijker wordt voor vogels.
  • Onderzoek de biodiversiteit in tuin en landschap.

Bloemwerk

Leerlingen maken een bloemwerk, passen symboliek toe in een bloemarrangement, kunnen in opdracht een bloemstuk maken en pakken winkelproducten in.

Lessuggesties

  • Maak een boeket van veldbloemen.
  • Maak een plan voor het scheiden van afval.
  • Verken wanneer een bloemist het keurmerk'barometer duurzame bloemist' mag gebruiken.
  • Interview een bloemist naar zijn bijdrage aan duurzame ontwikkeling.

Groene vormgeving en styling

In dit keuzevak staat vormgeving centraal. Leerlingen leren technieken te gebruiken bij de vormgeving van een plantaardig product, ze geven een plantaardig product vorm en passen daarbij geïnspireerd door het heden en verleden vormgevingsprincipes toe. Ook ontwerpen leerlingen een stijlkamer en leren sfeer te geven aan een interieur.

Lessuggesties

  • Onderzoek wanneer bloemen en planten biologisch genoemd mogen worden.
  • Onderzoek welke planten geschikt zijn voor slaap- en woonkamer.
  • Richt een kamer in met een natuurlijke uitstraling.
  • Onderzoek keurmerken voor snijplanten in relatie tot people, planet and profit.

Groei voorbereiden

Leerlingen leren een teeltmedium gereed te maken en voeren onderhoudswerkzaamheden uit. Ze leren met plantmateriaal om te gaan en leren plantmateriaal te zaaien, planten en poten.

Groei en oogst

Leerlingen leren een teelt te optimaliseren en gewassen te oogsten. ze leren producten te verwerken, te bewaren en de kwaliteit te beoordelen.

Lessuggesties

  • Maak een plan voor hergebruik van afval.
  • Onderzoek op welke manieren regenwater op te vangen is voor hergebruik.
  • Onderzoek hoe je een gewas op biologische wijze kunt beschermen.
  • Onderzoek wat je moet doen om een milieukeur te krijgen.
  • Onderzoek welke duurzame meststoffen er zijn.

Het houden van dieren

Leerlingen leren diersoorten en rassen te herkennen en te benoemen. Ze leren de huisvesting van dieren te beoordelen en daarbij rekening te houden met welzijn van dieren en ze leren dagelijkse en periodieke verzorgingswerkzaamheden uit te voeren.

Gezonde dieren

Leerlingen leren op basis van de voedingsbehoefte van dieren en de samenstelling van het voer een voeradvies te maken, ze voeren een gezondheidscontrole uit en kunnen daarbij hygiënisch te werk gaan. Ze leren gebruiks(doelen) van dieren herkennen, omgaan met dieren en het dier in verschillende levensfasen en productiecycli te verzorgen.

Lessuggesties

  • Wat wordt er verstaan onder dierenwelzijn?
  • Welke maatregelen kunnen kinderboerderijen of dierentuinen nemen om het welzijn van dieren te verbeteren?
  • Op welke wijze is dierenwelzijn te meten?

Voeding: hoe maak je het?

Leerlingen maken kennis met de levensmiddelenbranche en de voedingsmiddelenindustrie en kunnen grondstoffen verwerken en bereiden tot een goed halffabricaat of eindproduct. Daarnaast leren leerlingen een voedingsadvies te geven en de kwaliteit van voedingsmiddelen te beoordelen en te bewaken.

Lessuggesties

  • Onderzoek wat alternatieven zijn voor vlees.
  • Wat is de reden voor consumenten vleesvervangers te gebruiken.
  • Geef advies aan consumenten over duurzame voeding.
  • Organiseer een markt met streekproducten.
  • Zijn producten die van ver aangevoerd worden altijd minder duurzaam?