Uitleg en instructie geven
Uitleg en instructie geven komt bij Zorg & Welzijn bijvoorbeeld voor als er een activiteit wordt uitgevoerd met een individu of een groep, zoals een sport- of spelactiviteit. Ook kan de beroepsbeoefenaar uitleg of instructie geven over zaken als het gebruiken van hulpmiddelen bij het bewegen of verplaatsen, of het gebruiken van medicijnen.
Het geven van uitleg zal ook vaak deel uitmaken van een adviesgesprek: de beroepsbeoefenaar legt eerst aan de klant uit wat de invloed of het effect van bepaald gedrag of een bepaalde keuze is en maakt dan de stap naar een gezamenlijke conclusie, een voorstel of een advies.
Belangrijk is dat de beroepsbeoefenaar zich empathisch opstelt en regelmatig controleert of de klant alles goed begrijpt.
De structuur van een uitleg of instructie is die van een Procedure:
doel -> benodigd materiaal -> stapsgewijze instructie
Procedure | Kenmerkende opbouw van een uitleg of instructie |
---|---|
Opening | Begroeting |
Doel | 1. De klant stelt een vraag (bijvoorbeeld aan de balie) of de beroepsbeoefenaar geeft aan wat hij of zij wil uitleggen. |
Benodigd materiaal | 2. Voor zover van toepassing wordt het benodigde materiaal erbij gepakt. Het is vaak zinvol om dan ook te benoemen wat het is. "Ik heb hier een plattegrond …", "Kijk, dit zijn de steunkousen". |
Stapsgewijze instructie | 3. De beroepsbeoefenaar geeft stapsgewijs aan hoe iets werkt of hoe de klant moet handelen. Het is belangrijk om dit in een logische volgorde te doen. Ook is het noodzakelijk om regelmatig te checken of de klant alles begrijpt. Dat kan bijvoorbeeld door aan de klant te vragen om te herhalen wat hij begrepen heeft. Aan het eind van de uitleg of instructie wordt nagevraagd of de klant nog vragen heeft. |
Afsluiting | Afscheid |