Het onderwijsprogramma
Een examenprogramma is nog geen onderwijsprogramma. Docenten dienen het examenprogramma - 'het wat' - te vertalen naar de praktijk - 'het hoe' - en er een onderwijsprogramma van te maken.
In het examenprogramma staat 'enkel' beschreven wat leerlingen moeten kennen en kunnen willen zij het betreffende vak voldoende kunnen afsluiten. Hoe daaraan wordt gewerkt wordt door de school en de leraar bepaald, bij voorkeur in samenspraak met de leerling.
De school bereidt met het onderwijsprogramma de leerling voor op het schoolexamen en het centraal praktisch examen. Hoe scholen dat doen varieert en is onder meer afhankelijk van de visie op onderwijs, de visie op LOB, de mogelijkheden in de regio, de omvang van de school en het aantal leerlingen.
Vragen die scholen onder andere hebben:
- Leiden we leerlingen smal en specifiek op, of breed en oriënterend?
- Hoe geven we vorm aan LOB?
- Hoe gaan we om met de keuzes van leerlingen?
- Hoeveel keuzemogelijkheden geven we leerlingen?
- Wanneer sluiten de leerlingen het CSPE af?
- Hoe positioneren we profielvak en keuzevakken ten opzichte van elkaar?
- Hoe werken we samen met mbo en bedrijfsleven?