Centraal examen en schoolexamen
De eindtermen beschreven in het examenprogramma worden getoetst in het centraal examen en het schoolexamen.
Ongeveer zestig procent wordt centraal geëxamineerd en veertig procent wordt alleen, maar wel verplicht, in het SE getoetst of opgenomen. Een school kan ervoor kiezen om meer dan de 40% aan het SE toegewezen eindtermen in het SE te toetsen. Dat kunnen onderdelen uit de CE-stof zijn of andere vakonderdelen.
Ongeveer 60% wordt centraal geëxamineerd en 40% wordt alleen, maar wel verplicht, in het SE getoetst of opgenomen. Een school kan ervoor kiezen om meer dan de 40% aan het SE toegewezen eindtermen in het SE te toetsen. Dat kunnen onderdelen uit de CE-stof zijn of andere vakonderdelen.
In onderstaande tabel is de verdeling van de eindtermen over het CE (voor zowel havo als vwo, behalve subdomein E3) weergegeven. Voor wat betreft het schoolexamen wordt dit onder het kopje Toetsen in het schoolexamen besproken. Belangrijk daarbij is dat domein B ook verplicht in het SE moet worden getoetst, net als domein A. In dat laatste geval is het wel zo dat bepaalde delen van domein A niet onder het CE vallen (zie hiervoor de syllabus).
Domein | Verplicht te toetsen via het centraal examen |
---|---|
Domein A: Vaardigheden | Ja |
Domein B: Van persoon naar rechtspersoon | Ja |
Domein C: Interne organisatie en personeelsbeleid - subdomein C1 - subdomein C2 |
Nee Ja |
Domein D: Investeren en financieren - subdomein D1 - subdomein D2 |
Nee Ja |
Domein E: Marketing - subdomein E1 - subdomein E2 - subdomein E3 (alleen vwo) |
Nee Ja Nee |
Domein F: Financieel beheer - subdomein F1 - subdomein F2 |
Ja Ja |
Domein G: Verslaggeving | Ja |
Domein H: Keuzeonderwerpen | Nee |