A13: Evolutionair denken
De kandidaat kan in contexten redeneringen hanteren waarmee biologische verschijnselen op verschillende organisatieniveaus verklaard worden met behulp van theorie over evolutiemechanismen.
Typering
'Nothing in biology makes sense, except in the light of evolution,' merkte Dobzhansky al eens op. De evolutietheorie neemt zo'n centrale plaats in in de huidige biologie, dat er eigenlijk geen onderwerp is waarbij hij niet toegepast kan worden. Kern van evolutionair denken is het besef dat alles wat we in de natuur waarnemen een geschiedenis heeft. Complexe organismen en ecosystemen hebben niet altijd bestaan, zijn niet in één keer ontstaan en zullen ook niet tot in de eeuwigheid blijven bestaan. Met behulp van de begrippen variatie en selectie kunnen leerlingen grip krijgen op dit ingewikkelde proces: de omstandigheden bepalen welke toevallig ontstane eigenschappen voordelig zijn en dus welke van de aanwezige organismen overleven en nakomelingen krijgen. Welke organismen er aanwezig zijn, hangt weer af van toevalligheden en mogelijkheden. Leerlingen kunnen gestimuleerd worden om evolutionair te denken door vragen te stellen als 'hoe zou dit ontstaan zijn?' Zie ook wat er bij vorm-functie-denken (subdomein A11) hierover opgemerkt werd.
Suggesties voor uitwerking
Het ontwikkelen van evolutionair denken gaat uiteraard gelijk op met het verwerven van kennis over evolutiemechanismen en zal dus met name bij het behandelen van Domein F aan de orde komen. Maar – zoals hierboven opgemerkt – er is eigenlijk geen onderwerp in de biologie waar evolutionair denken niet kan worden toegepast (hoe is bepaald gedrag ontstaan, waardoor hebben mitochondriën eigen DNA, hoe komt het dat bepaalde soorten lemuren van nature alleen op Madagascar voorkomen?).
Bij de uitwerking is het verstandig wel een goed onderscheid te maken tussen het ontstaan van het leven (waar de evolutietheorie niets over zegt) en het ontstaan van soorten.
Schooltv.nl heeft in 2010 een mooie serie over de evolutietheorie uitgebracht: evolutie in sneltreinvaart, micro-organismen als voedselbron, antibiotica, et cetera.
In de pilot bij het nieuwe examenprogramma zijn twee modules over evolutie gemaakt:
- de havo-module Over evolutie waarin de totstandkoming van de evolutietheorie centraal staat;
- de vwo-module Evolutiebiologie waarin ook theorieën over het ontstaan van het leven aan de orde komen.
In de havo-module Ziekteverwekkers, afweer en behandeling wordt het principe van selectie behandeld aan de hand van de MRSA-bacterie.
Bij deze vaardigheid is goed kunnen redeneren heel belangrijk. Zie daarvoor ook Leren redeneren met de SPA+.
Suggesties voor beoordeling
Vragen die evolutionair denken vereisen kunnen goed in reguliere toetsen opgenomen worden, zowel in reproductieve als productieve vorm. Goede voorbeelden zijn te vinden in het cluster 'Evolutionaire aanpassingen van het rendier' uit het havo-pilotexamen van 2009 (eerste tijdvak), het cluster 'Fossiele vleermuizen' uit het havo-pilotexamen 2010 (eerste tijdvak) en het cluster 'Drilpiraterij' uit het vwo-examen van 2011 (tweede tijdvak, regulier).