A4: Studie en beroep
De kandidaat kan aangeven op welke wijze natuurwetenschappelijke kennis in studie en beroep wordt gebruikt en kan mede op basis daarvan zijn belangstelling voor studies en beroepen onder woorden brengen.
Typering
Het accent in de nieuwe examenprogramma's op het gebruik van de biologie sluit goed aan bij deze eindterm. De contexten waarin de lesstof aan de orde komt kunnen namelijk vaak een goed beeld geven van de praktijk van relevante beroepen en studies. En als er een goed beeld ontstaat, kan een leerling ook bedenken of zo'n beroep of studie zijn belangstelling heeft.
Suggesties voor uitwerking
Een beeld van verschillende studies kan gevormd worden in aansluitingsprogramma's van hbo en wo-instellingen (bijvoorbeeld Betapartners of Aansluitingsnetwerk VO-HO Fryslân) waarbij leerlingen in contact komen met de wijze waarop er in een vervolginstelling gewerkt wordt. Leerlingen komen dan ook in contact met studenten uit deze vervolgstudies. Een andere mogelijkheid is het binnenhalen van experts in de klas, bijvoorbeeld via ouders van leerlingen of via De Jonge Akademie on Wheels.
Voorbeelden van lesmateriaal waarin een bepaald beroep duidelijk in beeld komt zijn:
- Leven in de klas van het NIBI, over plantenteelt voor havo en vwo;
- de context Aanval van de MRSA uit de havo-module Ziekteverwekkers, afweer en behandeling, waarin leerlingen in de huid van een specialist of beleidsmedewerker van een ziekenhuis kruipen;
- de context Verloskundige zorg uit de vwo-module Zorg, waarin de leerlingen een 'encyclopedie' maken met korte artikelen, die allemaal iets uitleggen over het werk van verloskundigen.
Suggesties voor beoordeling
Vaardigheden met betrekking tot de wijze waarop natuurwetenschappelijke kennis in studie en beroep wordt gebruikt kunnen worden beoordeeld via bijvoorbeeld:
- schrijfopdrachten: onder andere een artikel, interview of reportage over natuurwetenschappelijke onderzoekers, verslagen en presentaties over bedrijfsbezoeken en studiedagen aan hbo- of wo-instellingen;
- (verslag van) deelname aan oriëntatie- en informatieprogramma's bij vervolgopleidingen.