A8: Natuurwetenschappelijk instrumentarium
De kandidaat kan in contexten een voor de natuurwetenschappen relevant instrumentarium hanteren, waar nodig met aandacht voor risico's en veiligheid; daarbij gaat het om instrumenten voor dataverzameling en -bewerking, vaktaal, vakconventies, symbolen, formuletaal en rekenkundige bewerkingen.
Specificatie
Gegeven door het College voor Toetsing en Examens in de syllabus.
De kandidaat kan:
- informatie verwerven en selecteren uit schriftelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen mede met behulp van ICT:
- gegevens halen uit grafieken, tabellen, tekeningen, simulaties, schema's en diagrammen;
- grootheden, eenheden, symbolen, formules en gegevens opzoeken in geschikte tabellen; - informatie, gegevens en meetresultaten analyseren, weergeven en structureren in grafieken, tekeningen, schema's, diagrammen en tabellen mede met behulp van ICT;
- aangeven met welke technieken en apparaten de belangrijkste grootheden uit de natuurwetenschappen worden gemeten;
- verantwoord omgaan met materialen, instrumenten, organismen en milieu (SE);
- een aantal voor het vak relevante reken-/wiskundige vaardigheden toepassen om natuurwetenschappelijke problemen op te lossen:
- rekenen met getallen in breuken en machten;
- rekenen met verhoudingen (ratio), percentages en gemiddelden;
- rekenen met oppervlakte en volumes;
- omwerken van formules;
- grafieken opstellen en daarbij rekening houden met de plaats van de afhankelijke en de onafhankelijke variabele;
- aflezen logaritmische grafiek (alleen vwo);
- lineaire en exponentiële verbanden herkennen;
- grafieken lezen (formuleloos), gericht op grafisch verloop en trends. - Verbanden leggen op basis van tabel- en grafiekgegevens (alleen vwo).
Suggesties voor uitwerking
Het eerste gedeelte van de specificatie van deze vaardigheid ligt dicht tegen eindterm A1 aan, maar hier wordt specifiek vermeld wat de leerlingen met de informatie moeten kunnen doen. Het betreft het verwerken en interpreteren van gegevens in tabellen, grafieken en schema's. Leerlingen kunnen hierbij bijvoorbeeld Excel of Word gebruiken.
Daarnaast gaat het om kennis van de manier waarop belangrijke grootheden en eenheden in de biologie worden bepaald en weergegeven, zoals afmeting, concentratie en dichtheid (zowel van stoffen als populaties), groei en groeisnelheid, temperatuur, pH, volume, druk en potentiaalverschil. Uiteraard wordt dit langzaam opgebouwd in samenhang met de vakonderdelen waarin de verschillende grootheden relevant zijn.
Dat in de biologieles geleerd wordt verantwoord om te gaan met organismen, milieu en materialen, behoeft geen betoog.
Suggesties voor beoordeling
Beoordeling van deze vaardigheid kan plaatsvinden in:
- schriftelijke toetsen; hierbij kun je denken aan het aflezen van grafiekgegevens, het maken van een keuze voor juiste apparatuur voor bepaald onderzoek, het maken van grafieken aan de hand van tabellen;
- praktische toetsen; hierbij kun je denken aan het systematisch en geordend noteren van (meet)gegevens. Ook een (meet)verslag kan digitaal verstuurd worden, zodat je de originele gegevens kunt bekijken. Bij practica kun je ook de manier waarop leerlingen meten, noteren, samenwerken, tot creatieve oplossingen komen enzovoort nagaan. Hierbij kan de TOA een rol spelen.
Ook kun je specifiek nagaan of leerlingen goed met de materialen en instrumenten omgaan, en daarbij niet alleen kijken naar het juiste gebruik (aansluiten van instrumenten, aflezen, nauwkeurig waarnemen), maar ook naar het geordend werken, het opruimen van spullen na gebruik, het op de juiste manier verwijderen van materialen.