A9: Waarderen en oordelen
De kandidaat kan in contexten een beargumenteerd oordeel geven over een situatie in de natuur of een technische toepassing, en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen.
Specificatie
Gegeven door het College voor Toetsing en Examens in de syllabus.
De kandidaat kan:
- een beargumenteerd oordeel geven over een situatie waarin natuurwetenschappelijke kennis een belangrijke rol speelt, dan wel een beargumenteerde keuze maken tussen alternatieven bij vraagstukken van natuurwetenschappelijke aard;
- onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen;
- feiten met bronnen verantwoorden (SE);
- de betrouwbaarheid beoordelen van informatie en de waarde daarvan vaststellen voor de beantwoording van het betreffende vraagstuk (SE).
Suggesties voor uitwerking
Het gaat er bij deze vaardigheid onder andere om argumenten die gebaseerd zijn op wetenschap, maatschappelijk geldende normen en eigen opvattingen en gevoelens tegen elkaar af te wegen of te combineren. Oordelen komen in eerste instantie vaak tot stand op grond van intuïtie en emotie en de relatie met wetenschappelijke argumenten wordt niet automatisch gelegd.
Deze vaardigheid kan op verschillende manieren geoefend worden. Een mogelijkheid is om leerlingen te laten debatteren over een kwestie waarbij verschillende standpunten kunnen worden ingenomen. Een voorbeeld daarvan staat in de vwo-module Evolutiebiologie. Ook bij het schrijven van een betoog over een controversiële kwestie komt deze vaardigheid aan de orde, bijvoorbeeld de opdracht Afschieten of niet…?, beschouwing over onze omgang met andere organismen uit de module Ben jij er ook?
Veel andere suggesties en voorbeelden over oordeelsvorming zijn te vinden in de NVON-publicatie Ruim en evenwichtig.
Bij veel onderwerpen in de biologie zijn dilemma's te onderkennen die om waarderen en oordeelsvorming vragen, bijvoorbeeld seksualiteit, voortplanting en erfelijkheid (subdomeinen D3[h]/D4[v], E3, E4), leef- en eetgewoontes (B3, B4, D2[h]/D3[v]), natuurbehoud en -beheer (B8, C3, D4[h]/D5[v], F3), evolutie en ontstaan van het leven (domein F).
Bij deze vaardigheid is goed kunnen redeneren heel belangrijk. Zie daarvoor ook Leren redeneren met de SPA+.
Suggesties voor beoordeling
Het lijkt lastig om de bijdragen van leerlingen aan een debat te beoordelen, toch is daar ervaring mee opgedaan.
Voor een betoog of essay kan een rubric gebruikt worden, zoals bij de hierboven genoemde opdracht Afschieten of niet?