Positie vak en lesurentabel


Het schoolvak Chinees krijgt de status van moderne vreemde taal in het vwo. Deze status is gelijk aan die van de andere moderne vreemde talen: Duits, Frans, Spaans, Arabisch, Italiaans, Russisch en Turks.

Wanneer het vak Chinees al in de onderbouw wordt aangeboden, is de positie van Chinees in het curriculum anders dan wanneer het vak alleen in de bovenbouw wordt aangeboden. In het tweede geval gaat het om de zogenaamde variant 'elementair', die ook voor Spaans, Arabisch, Italiaans, Russisch en Turks bestaat.

Chinese taal en cultuur: variant 'lang'

Onderbouw

In de eerste drie leerjaren van het vwo zijn twee talen naast Engels verplicht. Deze kunnen Frans en Duits zijn of - in plaats van één daarvan of beide - een moderne vreemde taal waarvoor een eindexamenprogramma bestaat. Afhankelijk van het aanbod van de school kan dat zijn Arabisch, Chinees, Italiaans, Spaans, Russisch of Turks (inrichtingsbesluit, art. 21 lid 3). Er is geen verplichting omtrent het aantal lesuren.

Tweede fase

Ook in de tweede fase bestaat het aanbod aan moderne vreemde talen (naast verplicht Engels) uit Duits, Frans, Arabisch, Chinees, Italiaans, Spaans, Russisch en Turks. Deze talen hebben allemaal dezelfde status binnen het curriculum en kunnen als tweede of derde moderne vreemde taal worden gekozen, afhankelijk van het aanbod van de school.

De studielast van een moderne vreemde taal in de tweede fase van het vwo bevat 480 studielasturen (SLU). Een studielastuur is een tijdseenheid om aan te geven hoe zwaar het vak in het totale vakkenpakket weegt, ofwel hoeveel uren de leerling aan dat vak dient te besteden. Met studielasturen worden klokuren bedoeld en geen lesuren; alles is daar inbegrepen: de lessen, de tijd besteed aan huiswerk en zelfstudie, excursies etc.

Over het algemeen gaat men ervan uit dat ongeveer 5/8 van de 480 SLU uit lesuren bestaan. Dat betekent 360 lesuren van 50 minuten verspreid over de drie leerjaren van de tweede fase, ofwel 120 lesuren in elk leerjaar. Met deze berekening komen we op 3 lesuren per week uitgaand van 40 lesweken in een schooljaar.

a) Gemeenschappelijk deel

In het gemeenschappelijke deel moeten leerlingen van het vwo, naast Engels, een tweede moderne vreemde taal kiezen. Daarbij kiest de leerling uit het aanbod van de school. Bij het gymnasium wordt de tweede moderne vreemde taal vervangen door Latijn of Grieks.

b) Profielvakken

Binnen de profielen Cultuur en Maatschappij (C&M) en Economie en Maatschappij (E&M) kan een moderne vreemde taal als profielkeuzevak worden gekozen.

c) Vrije deel

In het vrije deel kan bij alle profielen een moderne vreemde taal als examenvak worden gekozen.

Chinese taal en cultuur: variant 'elementair'

Als Chinees alleen in de tweede fase van het vwo wordt aangeboden, krijgt het vak de benaming 'elementair' en daarmee ook een andere vakcode. De variant elementair bestaat, behalve voor Chinees, ook voor Arabisch, Italiaans, Russisch, Spaans en Turks en kan uitsluitend worden opgenomen als examenvak in het vrije deel.

Ook voor de variant elementair bedraagt de studielast in de tweede fase 480 studielasturen (SLU).

Lesurentabel

​Onderbouw

Er zijn voor de onderbouw geen voorschriften over het aantal lesuren in de verschillende leerjaren. In verband met de complexiteit van de taal wordt sterk aangeraden om minstens in de tweede klas met Chinees te beginnen, met twee à drie wekelijkse lesuren.
In het geval van de variant elementair strekt een oriënteringsmodule in de derde klas tot aanbeveling, zodat de leerling aan het eind van de derde klas een bewuste keuze kan maken. In zo'n module doet de docent Chinees er goed aan om voldoende aandacht te besteden aan de uitspraak en aan het gebruik van tonen. Dat is een handige en op termijn tijdbesparende basis, waarop in de tweede fase voortgeborduurd kan worden.

Tweede fase: studielasturen

Voor een moderne vreemde taal in de tweede fase van het vwo zijn 480 SLU voorgeschreven.
Het is aan te bevelen om niet minder dan 3 lesuren per week voor Chinees bij alle leerjaren in te roosteren, dit om rekening te houden met de complexiteit van de taal.