Examenprogramma havo
Het eindexamen bestaat alleen uit het schoolexamen.
Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:
- Domein A: Verkennen
- Domein B: Verbreden
- Domein C: Verdiepen
- Domein D: Verbinden
Het schoolexamen
Het schoolexamen heeft betrekking op de domeinen A tot en met D, en indien het bevoegd gezag daarvoor kiest, andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen verschillen.
De examenstof
Domein A - Verkennen
|
Domein B - Verbreden 3. De kandidaat kan ervaringen met nieuwe kunstzinnige activiteiten die worden aangeboden in een levensechte, professionele context, beschouwen en waarderen. 4. De kandidaat kan inhoud, vorm en betekenis van uitingen in ten minste drie kunstdisciplines vanuit een of meerdere van de volgende dimensies beschouwen:
|
Domein C - Verdiepen 5. De kandidaat kan, individueel en/of in een klein team van medeleerlingen, een artistiek creatief proces of een aspect daarvan onderzoeken. 6. De kandidaat kan hierbij gebruikmaken van:
7. De kandidaat kan hierbij gebruikmaken van de onder domein B opgedane kunsttheoretische en/of cultuurhistorische kennis. 8. De kandidaat kan de verkregen inzichten documenteren en verantwoorden in een daartoe geëigende vorm, zoals een presentatie, tentoonstelling, verslag, debat, beeld, film, performance. |
Domein D - Verbinden 9. De kandidaat kan verbanden leggen tussen de in de domeinen A, B en C opgedane ervaringen en inzichten met betrekking tot kunstzinnige processen. 10. De kandidaat kan aangeven wat daarvan de betekenis is voor zijn (verdere) kunstzinnige en culturele ontwikkeling. 11. De kandidaat kan deze reflectie toelichten in een daartoe geëigende vorm; te denken valt aan een gesprek, een film, een presentatie, een (digitaal) dossier of een combinatie van deze vormen. |