Samenwerking in de bovenbouw

7 maart 2022

In tegenstelling tot samenwerking in de onderbouw is samenwerking tussen vakken in de bovenbouw van havo en vwo minder ingeburgerd. Dat is opvallend omdat er, mede gezien de overlap tussen de verschillende examenprogramma's, tijdwinst en mogelijk ook verdieping mee te bewerkstelligen zou zijn.

Goede afstemming of ook samenwerking met maatschappijleer (pdf, 115 kB) over de wording en de werking van de rechtsstaat ligt voor de hand. Ook afstemming rond literatuuronderwijs (Verlichting, Romantiek), kan overladenheid van de curricula voor leerlingen wegnemen. In de bovenbouw kan samenwerking tussen vakken en inhouden gestalte krijgen binnen individuele opdrachten en/of profielwerkstukken. De vrijheid die bij de inrichting van het schoolexamen geldt, maakt het echter ook mogelijk klassikaal een samenwerkingsproject met een of meer andere vakken op te zetten en deel te laten uitmaken van het schoolexamen.

Vanuit het perspectief van de geschiedenisdocenten past hier een kanttekening. Juist doordat geschiedenis zich zo gemakkelijk met van alles en nog wat laat combineren, krijgt het vak vaak het karakter van een 'bijwagen'. Het eigenlijke onderwerp is vaak het maatschappelijke vraagstuk, het literaire of culturele thema, enzovoorts. Je kunt hiervoor waken door steeds helder te stellen wat de vak-eigen doelen zijn, die binnen een samenwerkingsproject behaald moeten worden. Het helpt ook om leerlingen (en collega's) goed te scholen in de historische denk- en redeneerwijzen van domein A en het referentiekader van domein B. Als deze goed in het gemeenschappelijke thema verwerkt zijn c.q. binnen het samenwerkingsproject aan bod kunnen komen, kan de meerwaarde van een historische benadering goed tot zijn recht komen.

Ook kun je bij bepaalde onderwerpen overwegen de historische dimensie niet als toevoeging te kiezen, maar als uitgangspunt. Zo kun je het thema 'urbanisatie' heel goed primair vanuit een historisch perspectief bespreken, om vervolgens uit te werken in de richting van geografische, economische en sociologische aspecten.

Voorbeelden

Samenwerking met andere vakken zal in de bovenbouw, als gezegd, vaak in individuele projecten dan wel in het kader van profielwerkstukken plaatsvinden. Gezien de druk die op het (centrale) eindexamen ligt, zullen eventuele experimenten in klassenverband sneller gewaagd worden in domein C, de vrij te kiezen thema's, dan in de (verplichte) contexten die de oriëntatiekennis voor de examens toetsbaar maken. Toch verdient het overweging om ook - of juist - die verplichte historische contexten te verrijken en te verdiepen, dan wel om de relatieve last voor leerlingen te spreiden door actief gebruik te maken van wat zij bij andere vakken ook al leren of moeten doen. Ter illustratie geven we hiervan een aantal voorbeelden, uitgaande van de nieuwe historische contexten uit de syllabus.

Havo

De historische context over Het Britse rijk (1585-1900) nodigt uit tot samenwerking met het (verplichte) vak Engels. Inzicht in de rol die het wereldrijk speelde (en speelt) in de Engelse cultuur en samenleving is relevant voor dat het schoolvak Engels, en verdiept andersom mogelijk het begrip van de HC. Ook romans en ooggetuigenverslagen, bijvoorbeeld over slavernij/de afschaffing daarvan en de opkomst van de industrie en de arbeidersbeweging, dragen hieraan bij. Met name deelvraag 3 - Welke rol speelden de koloniën in sociaal-economische ontwikkelingen in Groot Brittannië (1750-1900)? - kent een sterke economische component, die uitnodigt om met een collega economie vrijhandel en globalisering ook historisch te onderzoeken.

De historische context over Nederland 1948-2008 heeft veel raakvlakken met wat álle leerlingen leren bij maatschappijleer (pdf, 115 kB). De context heeft daarnaast een sterke cultuurhistorische insteek, hetgeen mogelijkheden biedt om aansluiting te zoeken bij CKV en Nederlands.

Vwo

De historische context Steden en burgers in de lage landen 1050-1700 heeft een uitgesproken sociaaleconomische en ook ruimtelijke insteek. Dat maakt het mogelijk en ook inhoudelijk relevant om deze HC ook met een historisch-geografische en economisch-historische bril te bestuderen. Leerlingen die filosofie in hun pakket hebben bestuderen voor dat eindexamen (vanaf 2020) eveneens een economisch thema (Het goede Leven en de vrije Markt). Wat zij daarin over de geschiedenis van de vrije markt leren sluit gedeeltelijk aan bij, maar staat gedeeltelijk ook haaks op de inhoud van deze HC.

De historische context Verlichting 1650-1900 overlapt voor een gedeelte met het verplichte thema over staatsinrichting, en heeft daarmee sterke raakvlakken met maatschappijleer.
Verlichting (en Romantiek) zijn bovendien thema's die leerlingen ook krijgen aangeboden in het kader van literatuuronderwijs. Vooral de inhouden uit deelvraag 3 - In welke mate bepaalden verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813-1900)? - lijken omgekeerd met literatuur en kunst verdiept te kunnen worden.

Tot en met 2023 denken vwo-leerlingen met filosofie in hun pakket na over 'Het Goede Leven en de Vrije Markt'. Thema en eindtermen nodigen uit om waar mogelijk samenwerking te zoeken tussen de vakken algemene economie, filosofie en geschiedenis. Om dit gemakkelijker te maken is een handreiking gemaakt onder de titel Morele Markten (pdf, 261 kB).