Het Centraal Eindexamen en het Schoolexamen
Het Centraal Eindexamen (CE) en het Schoolexamen (SE) tellen elk voor de helft mee bij het bepalen van het eindcijfer dat een leerling voor geschiedenis behaalt. Het zijn dus gelijkwaardige onderdelen van het examenprogramma.
In de praktijk (b)lijken de eisen en dus ook de inhouden van het CE het meeste gewicht te hebben. Op veel scholen bepalen zij óók de inhouden van het schoolexamen. Dat is jammer, want het schoolexamen is bij uitstek de manier om vorm te geven aan wat jij of jullie met geschiedenis willen bereiken. Hieronder leggen we in kort bestek uit, waaruit het examenprogramma op havo en vwo uit bestaat.
Havo
Op het havo heeft het centraal examen betrekking op de domeinen A en B, de tijdvakken 5 t/m 10, dat wil zeggen: de vaardigheden van het domein Historisch besef toegepast op en met de kennis van het domein Oriëntatiekennis vanaf 1500.
Het schoolexamen omvat domein A, B, C en D, dat wil zeggen: de vaardigheden van het domein Historisch besef, Oriëntatiekennis van de eerste vier tijdvakken; een tweetal door de school gekozen thema's en het verplichte thema Geschiedenis van de rechtsstaat en de parlementaire democratie. Oriëntatiekennis vanaf 1500 kán deel uitmaken van het schoolexamen, maar dat is niet verplicht.
Het is dus - omgekeerd - niet verboden om delen van de oriëntatiekennis in het SE al dan niet cumulatief te toetsen. Beleidsstukken die dat suggereren overzien mogelijk niet wat de aard en ook de omvang van het examenprogramma geschiedenis is en hebben bovendien geen formele status.
Als onderdeel van het schoolexamen kunnen kandidaten ook individuele opdrachten uitvoeren, bijvoorbeeld het bestuderen van een stuk omgevingsgeschiedenis, een historisch personage, een stuk geschiedenis gerelateerd aan een tentoonstelling in een museum, et cetera. Deze onderdelen kunnen de vorm krijgen van een praktische opdracht dan wel van een handelingsdeel.
Vwo
Op het vwo omvat het centraal examen de domeinen A en B, dat wil zeggen: de vaardigheden van het domein Historisch besef en de kennis van het domein Oriëntatiekennis. Het schoolexamen omvat de domeinen A, C en D, dat wil zeggen: de vaardigheden van het domein Historisch besef, een aantal door de school gekozen thema's en het verplichte thema Geschiedenis van de rechtsstaat en de parlementaire democratie.
Formeel behoort domein B dus in het vwo níet tot het schoolexamen. Het staat scholen echter vrij de oriëntatiekennis toch deel te laten uitmaken van het schoolexamen. Het inbedden van thema´s uit domein C in het algemene tijdvakkenkader van domein B is sowieso aan te bevelen. Het toepassen van de denkvaardigheden van het historisch redeneren die behoren tot domein A ligt ook voor de hand. Het lijkt aan te bevelen het schoolexamen betrekking te laten hebben op het gehele examenprogramma. Op deze manier kunnen leerlingen zich goed voorbereiden op het centraal examen.
Dus, ongeacht wat officieuze documenten daarover zeggen, komt het (cumulatief) toetsen van aspecten van oriëntatiekennis tegemoet aan de aard en de omvang van het examenprogramma geschiedenis en is dat wettelijk bovendien toegestaan.