Domein C Thema's
Eindterm 9 omschrijft thema's waarvan de keuze en vormgeving aan de school is. Verstandig is om ook bij de behandeling van deze thema's relaties te leggen met het kader van tijdvakken.
Lang was het gebruikelijk dat de inhoud van thema's zich vooral richtte op het specifieke en bijzondere van het gekozen onderwerp. Als je thema's plaatst in het referentiekader van tien tijdvakken gaat het er óók (of juist) om, verbanden te leggen met het algemene patroon en na te gaan in hoeverre specifieke situaties als voorbeeld daarvan gezien kunnen worden of er een uitzondering op vormen. Zo kan een docent of leerling kiezen voor een thema uit de buiten-Europese geschiedenis, bijvoorbeeld het thema 'Japan en het westen'. Daarbij kun je verbanden leggen met de volgende aspecten van tijdvakken:
- Het begin van de Europese overzeese expansie (tijdvak 5). In dit kader zouden activiteiten van Portugezen en Spanjaarden in Japan aan bod komen.
- De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had (tijdvak 5). In dit kader kan aandacht besteed worden aan het protestantse karakter van de Nederlanders, wat ertoe bijdroeg dat zij zich anders opstelden ten opzichte van de Japanners dan de katholieke Portugezen en Spanjaarden en mede daardoor ook anders door de Japanners werden bejegend.
- De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek (tijdvak 6). In dit kader kan de totstandkoming van de Verenigde Oost-Indische Compagnie worden behandeld, die als enige het recht kreeg om contacten met Japan te onderhouden. De specifieke situatie van het eiland Deshima bij Nagasaki zou in dit verband als uitzondering op de regel moeten worden behandeld.
- Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie (tijdvak 6). Opgemerkt zou moeten worden dat Japan zich lange tijd voor deze ontwikkeling afsloot.
- De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie (tijdvak 8). Dit imperialisme leidde ertoe dat de Amerikaanse admiraal Perry de Japanners dwong hun havens open te stellen voor westerse schepen, waarna Japan begon aan de verbazend snelle inhaalrace ten opzichte van het westen.
- Het voeren van twee wereldoorlogen (tijdvak 9). In deze oorlogen speelde Japan de rol van antiwesterse veroveraar in Azië, en daarmee bevorderaar van het Aziatische nationalisme.
- Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme (tijdvak 9) en de dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld (tijdvak 10). Bij beide heeft de Japanse rol in de eerste helft van de twintigste eeuw in Azië een belangrijke rol gespeeld.
Door deze algemene kenmerken van tijdvakken nadrukkelijk een rol te laten spelen in het thema komt het minder 'los in de lucht te hangen'. Kandidaten leren het thema in een algemeen verband te plaatsen. Bovendien oefenen de kandidaten in het toepassen van het tijdvakkenkader als referentiekader, een vaardigheid die zij ook op het centraal schriftelijk examen moeten beheersen.
Bij de thema's van eindterm 9 heb je bij de uitwerking volledige vrijheid. Behalve de eerder aanbevolen relaties met het referentiekader van tijdvakken zouden bij de keuze van thema's de volgende overwegingen een rol kunnen spelen:
- Aandacht voor thema's die niet zoveel accent krijgen bij de behandeling van Oriëntatiekennis, bijvoorbeeld niet-westerse geschiedenis (het thema van Japan is een voorbeeld).
- Aandacht voor verschillende soorten geschiedenis, bijvoorbeeld culturele -, sociaaleconomische - en politieke geschiedenis, mentaliteitsgeschiedenis; verschillende deelgebieden, zoals geschiedenis van wetenschap(pen), van techniek (enz.).
- Aandacht voor het gender-perspectief in geschiedenis (mannen, vrouwen, culturen met een 'derde geslacht'), of het perspectief van minderheidsgroeperingen.
- Aandacht voor de verschillende schaal waarop geschiedenis een rol kan spelen: lokale, nationale, Europese of wereldgeschiedenis.
- De rol van personen in de geschiedenis (bijvoorbeeld door het levensverhaal van een persoon als leidraad te nemen).
Eindterm 9 geeft aan dat op het havo twee thema's naar eigen keuze moeten worden bestudeerd, op het vwo vijf in profiel Cultuur en Maatschappij en vier in profiel Economie en Maatschappij.