Domein A: Vaardigheden

26 oktober 2020

Op deze pagina staat een korte toelichting op domein​ A en de verplichte eindtermen van het domein. De eindtermen zijn nog heel globaal geformuleerd. Om hiermee aan de slag te gaan hebben we een voorbeeld uitgewerkt van hoe die eindtermen geïnterpreteerd​ kunnen worden.​

Toelichting op het domein​

In dit domein worden generieke (dat wil zeggen: conceptoverstijgende) vaardigheden beschreven. De gedachte is dat kandidaten beheersing van deze vaardigheden aantonen in combinatie met leerinhouden uit de kern- en/of de keuzedomeinen. Drie vaardigheden zijn cruciaal en karakteristiek voor informatica als wetenschaps- en vakgebied en voor het schoolvak informatica in het bijzonder: (1) ontwerpen en ontwikkelen, (2) informatica hanteren als perspectief, en (3) samenwerken en interdisciplinariteit. Daarnaast worden in het examenprogramma drie andere vaardigheden onderscheiden die van belang zijn voor het schoolvak.​

Eindtermen

Subdomein A1: Ontwerpen en ontwikkelen

De kandidaat kan:

  • in een context mogelijkheden zien voor het inzetten van digitale artefacten;
  • deze mogelijkheden vertalen tot een doelstelling voor ontwerp en ontwikkeling, daarbij technische factoren, omgevingsfactoren en menselijke factoren betrekken;
  • wensen en eisen specificeren en deze op haalbaarheid toetsen;
  • een digitaal artefact ontwerpen;
  • bij het ontwerp van een digitaal artefact keuzes afwegen via onderzoeken en experimenteren;
  • een digitaal artefact implementeren;
  • de kwaliteit van digitale artefacten evalueren,

en deze vaardigheden in samenhang inzetten voor het ontwikkelen van digitale artefacten.

Subdomein A2: Informatica hanteren als perspectief

De kandidaat kan in contexten:

  • verschijnselen duiden, uitleggen en verklaren in termen van informatica;
  • informatica-concepten herkennen en met elkaar in verband brengen;
  • mogelijkheden en beperkingen van digitale artefacten inschatten en beredeneren in vaktermen.

Subdomein A3: Samenwerken en interdisciplinariteit

De kandidaat kan:

  • bij het ontwerpen en ontwikkelen van digitale artefacten op een gestructureerde wijze samenwerken in een team;
  • samenwerken met mensen afkomstig uit een toepassingsgebied.

Subdomein A4: Ethisch handelen​

De kandidaat kan:

  • beschrijven welke ethische normen en waarden een rol spelen bij het gebruik en de ontwikkeling van digitale artefacten;
  • het eigen handelen expliciet vergelijken met ethische richtlijnen;
  • (vwo:) het eigen handelen kritisch analyseren en relateren aan ethische dilemma's.

Subdomein A5: Informatica-instrumentarium hanteren

De kandidaat kan voor de informatica relevante gereedschappen hanteren, waar nodig met aandacht voor risico's en veiligheid. Daarbij gaat het om (computer)apparatuur, besturingssystemen, applicaties, vaktaal, vakconventies en formalismen.

Subdomein A6: Werken in contexten​

De kandidaat kan de in domein A genoemde vaardigheden en de in domeinen B tot en met F, en in de gekozen domeinen uit G tot en met R, genoemde concepten tenminste gebruiken in beroepscontexten, in maatschappelijke contexten en (vwo:) in wetenschappelijke contexten.