Overwegingen bij het opstellen van het PTA

23 maart 2020

Het PTA is de formele weerslag van de inrichting van het schoolexamen. Nadenken over het PTA impliceert nadenken over het lesprogramma voor de hele bovenbouw. Op deze pagina vind je een heel aantal vragen waar je over na moet of kunt denken. Ook is er een aantal voorbeeld PTA's​ verzameld.​

  1. Hoe verdeel ik de verschillende domeinen over d...
  2. Kan ik domeinen opsplitsen of combineren tot sa...
  3. Met welke domeinen uit het kernprogramma zijn d...
  4. Wie kiest de keuzedomeinen?
  5. Welke keuzedomeinen ga ik behandelen?
  6. Wat voor soort toetsen neem ik af?
  7. Hoe zwaar weegt iedere toets mee voor het einde...
  8. Doe ik een afsluitend project aan het eind?

Hoe verdeel ik de verschillende domeinen over de twee of drie jaar bovenbouw?

Hoe je de verschillende domeinen over de jaren van de bovenbouw verdeelt, hangt onder andere af van het aantal lesuren dat ter beschikking staat in de verschillende jaren: dat bepaalt of de stof gelijkmatig over de verschillende jaren wordt verdeeld of niet. Maar onafhankelijk daarvan kunnen nog veel keuzes gemaakt worden over de volgorde.

  • Je kunt bijvoorbeeld kiezen om eerst alle kerndomeinen te behandelen en daarna de keuzedomeinen. Je kunt er ook voor kiezen deze juist af te wisselen door bijvoorbeeld ieder jaar te eindigen met een keuzedomein. Het voordeel van de eerste keuze is, vooral als niet alle leerlingen dezelfde keuzedomeinen doen, dat je begint met een gezamenlijke basis voordat leerlingen zich individueel verdiepen. Voordeel van de tweede keuze is, vooral als leerlingen individueel kiezen, dat de keuzemogelijkheden meer gelijkmatig over het programma zijn verdeeld.
  • Je kunt kiezen om een domein geheel in een bepaald jaar te behandelen, of juist ieder jaar, met steeds meer diepgang, terug te komen op dezelfde domeinen. Voordeel van de eerste keuze is dat het onderwijs uit mooie afgebakende eenheden bestaat die direct kunnen worden afgesloten. Voordeel van de tweede keuze is dat herhalen en voortbouwen op eerder aangeboden stof vaak een groter leereffect heeft.

Kan ik domeinen opsplitsen of combineren tot samenhangende eenheden?

Het examenprogramma is door de vernieuwingscommissie in samenhangende domeinen geformuleerd. Je hoeft deze domeinen echter niet als onderwijseenheden te gebruiken. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen twee domeinen samen als eenheid te beschouwen of juist een domein op te knippen in twee losse eenheden. Hieronder geven we een aantal voorbeelden van mogelijkheden:

  • Combineer 'over technische aspecten' van security en 'over socio-technische aspecten' tot één eenheid over security.
  • Combineer 'over algoritmen' met 'over programmeren' tot één eenheid over het ontwerpen en implementeren van algoritmen.
  • Combineer 'over datastructuren', 'over standaardrepresentaties' en aspecten van 'over het schrijven van programma's' tot één eenheid over het werken met gegevens in een gekozen programmeertaal.
  • Combineer 'over informatie' met subdomein 'over privacy'.

Met welke domeinen uit het kernprogramma zijn de keuzedomeinen goed te combineren?

De meeste keuzedomeinen sluiten goed aan bij een bepaald (sub)domein uit het kernprogramma. Hiervan kun je gebruik maken bij het opstellen van het PTA.

  • Algoritmiek, berekenbaarheid en logica sluit aan bij met name subdomeinen B1: Algoritmen en B4: Grammatica's.
  • Databases sluit aan bij met name subdomein C5: Gestructureerde data.
  • Programmeerparadigma's sluit aan bij Programmeren.
  • Computerarchitectuur en Netwerken sluiten aan bij Architectuur.
  • Security sluit aan bij Security.
  • Usability sluit aan bij Usability.
  • Maatschappelijke en individuele invloed van informatica sluit goed aan bij Maatschappelijke aspecten en Privacy.

Wie kiest de keuzedomeinen?

Niet alle leerlingen op een school of in een klas hoeven dezelfde keuzedomeinen​ te doen. Dat betekent dat je deze keuze ook aan de individuele leerling over kunt laten. De belangrijkste reden om die keuze aan leerlingen over te laten is dat zij een onderwerp kunnen kiezen dat aansluit bij hun persoonlijke interesse, voorkeur of behoefte. Nadelen zijn dat het een stuk meer werk kan zijn om leerlingen te begeleiden die aan 12 verschillende keuzedomeinen werken en dat je een mogelijkheid verliest om onderwerpen die volgens jou belangrijk zijn te benadrukken. Leerlingen de volle vrijheid geven enerzijds en alles zelf beslissen anderzijds zijn natuurlijk de uitersten: je kunt ook tussenvormen kiezen zoals leerlingen laten kiezen uit een beperktere subset, leerlingen maar één van de twee/vier keuzedomeinen zelf laten kiezen, een projectopdracht doen waarbij leerlingen kunnen kiezen uit een beperkte set rollen met bijbehorende keuzedomeinen of als klas stemmen over welk keuzedomein wordt behandeld.

Welke keuzedomeinen ga ik behandelen?

Als je besluit (een gedeelte van) de  zelf te kiezen, dan zijn er verschillende overwegingen die mee kunnen spelen:

  1. Zijn er onderwerpen die je zelf interessant of belangrijk vindt of waar je, door jouw achtergrond, bijzondere expertise in hebt?
  2. Zijn er bij jou in de regio bedrijven of instellingen die actief zijn op het gebied van één of meer onderwerpen? Dit kan veel mogelijkheden bieden op het gebied van bijvoorbeeld excursies, authentieke (project)opdrachten en/of gastsprekers.
  3. Zijn er onderwerpen die goed passen bij de visie en/of het curriculum van de school? Voor een school die veel aandacht besteedt aan digitaal burgerschap kan ​ bijvoorbeeld interessant zijn. Of het kan juist zijn dat de leerlingen op dit gebied al zo'n hoog niveau hebben dat het keuzedomein weinig toe zou voegen.
  4. Zijn er onderwerpen die goed passen bij de specifieke leerlingpopulatie van een klas? Dit speelt vooral als bij jou op school bijvoorbeeld aparte klassen informatica zijn voor M-profiel en N-profiel leerlingen.

Wat voor soort toetsen neem ik af?

Bij informatica onderscheiden we drie soorten toetsen:

  • individuele toetsen met pen en papier, die onder toetscondities afgenomen worden.
  • individuele toetsen waarin een leerling een korte en afgebakende praktische opdracht moet uitvoeren, zoals bijvoorbeeld een programma aanpassen.
  • ​grotere, open opdrachten waar leerlingen in groepen aan werken en waarvoor langer de tijd is.

Welke toets het beste past, hangt helemaal af van de leerdoelen die je hebt.

  • Een theorietoets past het best als er kennis wordt getoetst of vaardigheden die zonder computer kunnen worden uitgevoerd.
  • Een praktijktoets past het beste als digitale vaardigheden worden getoetst die goed in een afgebakende setting passen, zoals het aanpassen van een bestaand programma of het programmeren van een programmamodule.
  • Een projectopdracht past het beste als een grotere set vaardigheden wordt getoetst, als sociale en communicatieve vaardigheden worden getoetst en/of als meer complexe vaardigheden getoetst worden, zoals bij het ontwerpen van een website of het programmeren van een groter programma.

Hoe zwaar weegt iedere toets mee voor het eindexamen?

Voor de onderlinge weging van de cijfers zijn een hoop beslissingen te maken:

  • Tellen de cijfers (aan het begin) van de 4e klas nog niet mee voor het examen zodat leerlingen kunnen wennen aan het vak informatica in de bovenbouw zonder dat een slecht gemaakte toets meteen effect heeft op hun slaagkans? Of tellen alle cijfers mee zodat onderwerpen meteen kunnen worden afgesloten en leerlingen veel individuele cijfers hebben? In dit geval heeft een enkel laag cijfer dan minder impact op het gemiddelde. In ieder geval is het van belang dat de toetsen die uiteindelijk meetellen voor het eindexamen gezamenlijk​ het hele examenprogramma dekken. Het is niet toegestaan een onderdeel van het examenprogramma alleen te toetsen met een toets die niet meetelt voor het examen.
  • Hoe verdeel ik de weging tussen eerdere en latere toetsen? Te veel nadruk op latere toetsen kan ervoor zorgen dat leerlingen de eerdere toetsen niet de moeite waard vinden en niet serieus nemen; te veel nadruk op eerdere toetsen kan ervoor zorgen dat het al ver voor het eind duidelijk is dat een leerling het niet meer kan halen.
  • Moet deze toets veel of weinig weging krijgen? Dat zal afhangen van de hoeveelheid werk en tijd die een toets kost voor leerlingen en hoe belangrijk de stof is. Ook zullen de totale weging van het kerndeel en de verschillende keuzedelen (ongeveer) overeen moeten komen met de tijdsbesteding.​

Doe ik een afsluitend project aan het eind?

Een open projectopdracht kan een mooie afsluiter zijn voor het vak informatica en als ware het eindexamen vervangen. Het biedt een goede gelegenheid voor leerlingen om te laten zien dat ze kennis en vaardigheden geïntegreerd kunnen toepassen. Leerlingen vinden het vaak leuk om aan een opdracht te werken die ze zelf vorm kunnen geven. Aan de ander kant is het bij zo'n, zwaar meetellende, opdracht extra belangrijk dat een leerling een cijfer krijgt dat valide en betrouwbaar is en ook de eigen prestaties meet, en niet bijvoorbeeld de prestaties van de groep als geheel.

Binnen veel van de keuzemodules, die nu worden ontwikkeld, worden veel mogelijkheden geboden voor een groter, afsluitend project. Deze projecten staan daarmee niet los van de keuzethema's.