Studielast, contacttijd en lessentabel
In tegenstelling tot de meeste andere vakken is het voor lichamelijke opvoeding aanbevolen om die studielast grotendeels als contacttijd te benutten. De aard van de eindtermen voor LO is dusdanig dat die eigenlijk alleen maar in de vorm van zelf doen en oefenen, of vormen daar direct aan gekoppeld, gehaald kunnen worden.
Afhankelijk van de wijze waarop de lestijd in scholen wordt verdeeld (lessen van bijvoorbeeld 50, 60 of 70 minuten) moet gekozen worden voor een invulling van de lestijd voor LO. De totale lestijd voor LO moet steeds worden uitgedrukt in klokuren studielast. Bij de download geven we enkele voorbeelden van studielasttabellen. Daarbij gaan we ervanuit dat in de voorexamenklassen met 40 lesweken gerekend moet worden (hoewel die op geen enkele school worden gehaald vanwege toetsweken en dergelijke) en dat in de examenklassen met 32 lesweken gerekend moet worden vanwege het eindexamen en de voorbereiding daarop.
Relatie lesduur en studielast
De keuze die de school maakt voor lestijdeenheden maakt nogal wat verschil. Het 70-minutenvoorbeeld voor vwo in de download voldoet niet aan de minimale studielasteis. Mochten de lessen al in december eindigen dan gelden de a-voorbeelden niet meer, maar de b-voorbeelden wel. Dan blijkt dat zelfs de vrij gebruikelijke lessenverdelingen al heel snel niet meer leiden tot voldoende contacttijd.
In situaties waarin met reguliere leseenheden de studielast niet gehaald kan worden is het wellicht mogelijk om te werken met flexibele tijden waarin leerlingen onder begeleiding kunnen oefenen met onderdelen waar ze meer tijd aan moeten of willen besteden. Een andere mogelijkheid is om leerlingen op andere momenten buiten het reguliere programma studielast te laten maken. Voorbeelden hiervan zijn sportieve excursies, helpen bij het organiseren van sportdagen, volgen van scheidsrechterscursus of deelname aan zelf gekozen bewegingsactiviteiten buiten school. Dat vinden wij een veel betere oplossing dan leerlingen allerlei schriftelijke opdrachten te geven.
Relatie studielast in de bovenbouw en aantal lessen in de onderbouw
Als wordt vastgehouden aan het idee dat er feitelijk wel een minimum-lessentabel is, dan bestaat er een samenhang tussen het aantal lessen in de bovenbouw en in de onderbouw. Mocht het zo zijn dat de studielast in de bovenbouw niet in voldoende mate vertaald kan worden in contacttijd, dan is het mogelijk om meer lessen in de onderbouw aan te bieden om dat te compenseren. Wel moet ook in dat geval het programma voor lichamelijke opvoeding in de bovenbouw zo worden ingericht dat de leerlingen de studielast die er voor staat om het programma naar behoren te kunnen afronden ook daadwerkelijk ongeveer moeten besteden. Dat betekent bijvoorbeeld: extra activiteiten buiten de reguliere lessen of meer zelfstudie-opdrachten moeten uitvoeren.