Onderdelen naar keuze van de school
Het examenprogramma voor lichamelijke opvoeding bevat van zichzelf al zo veel keuzemogelijkheden, dat er daar buiten voor de school nauwelijks wezenlijk andere keuzemogelijkheden overblijven.
De school heeft de vrijheid om leerlingen bijvoorbeeld binnen ieder onderdeel keuzemogelijkheden aan te bieden. Bij turnen kan de leerling bijvoorbeeld kiezen voor demonstratieturnen, prestatieturnen of recreatieturnen. Bij zelfverdediging kan een leerling de keuze hebben uit het oefenen en demonstreren van kata's of voor een toernooivorm. De school kan de leerling de keuze laten tussen cricket of honkbal als slag- en loopspel, tussen tennis, squash, tafeltennis of badminton als racket-terugslagspel. De leerling kan dan ook kiezen tussen een bekende activiteit verdiepen of een nieuwe activiteit leren kennen.
Leerlingen mogen kiezen welke regelende rol ze voor het PTA willen afsluiten. Of ze een toernooi willen organiseren voor het basketbaltoernooi van de onderbouw of voor het judo met de eigen klas.
De leerling kan kiezen voor het werken aan een eigen duursportprofiel gericht op gewicht verliezen, een beter uithoudingsvermogen of betere prestaties.
En binnen bewegen en samenleving kan de leerling kiezen welke keuzeactiviteiten hij wil doen en kan de school bepalen welke keuzemogelijkheden zij aanbiedt. Sommige daarvan kosten geld, andere niet. Sommige worden op school gedaan, andere niet. Soms zijn ze onder schooltijd, soms in de avonduren. Het kan zelfs zo zijn dat een deel van de eindtermen wordt bereikt middels sportieve excursies, bijvoorbeeld een survivalweek.
Kortom: keuzes genoeg.
Eigen keuzeonderdelen van de leerling
Het enige echte discussiepunt betreft de mogelijkheid voor leerlingen om helemaal zelf keuzeonderdelen aan te dragen die zij in het bestek van het programma LO willen doen en voor het PTA willen afsluiten. Zo zou het in theorie kunnen dat een leerling tijdens de zomervakantie een cursus kanoën/wildwatervaren doet. De school moet dan bepalen of en onder welke condities zo'n cursus mag meetellen voor het PTA. Zij zou dan die voorwaarden helder moeten formuleren. Bijvoorbeeld: het moet de leerling een erkend diploma opleveren (bewijs van voldoende en actieve participatie door een voldoende gekwalificeerde opleider) en de leerling moet er net als bij elk ander onderdeel een zelfevaluatie bij leveren. Als extra onderdeel voor het PTA kan dat in elk geval.
Verdieping in eigen tijd
Een andere optie is dat een leerling een verdieping doet op een onderdeel van het programma. Voorbeelden:
- De leerling gaat een erkende cursus EHBO doen.
- De leerling volgt een trainerscursus in zijn favoriete sport.
- De leerling doet bestuurswerkzaamheden of geeft training bij een vereniging of een fitnessbedrijf.
- De leerling werkt in eigen tijd een fitheidsprogramma af.
Zulke activiteiten zouden te allen tijde in het dossier moeten mogen worden opgenomen, mits er een goed verslag van de activiteit is en een eigen reflectie daarop. Voorlopig staan wij op het standpunt dat deze extra activiteiten niet in de plaats van het reguliere programma mogen komen. Wat wel kan, is dat zulke activiteiten als vervangende opdracht gezien kunnen worden voor noodgedwongen gemiste onderdelen (bijvoorbeeld door blessures). Uiteraard moet dit er niet toe leiden dat leerlingen die zelf actief zijn in een sport, binnen een vereniging of een commerciële sportinstelling het programma LO niet meer hoeven te volgen. Eigen activiteiten kunnen alleen een extra plek krijgen binnen het programma.
Voor alle te kiezen onderdelen geldt – net als bij de domeinen A t/m E – dat voor het PTA vooral getoetst moet worden wat de gedane keuzes voor de leerling zelf hebben betekend en in welke mate de leerling daar zelf over heeft nagedacht.