Domein G Analyse politieke actualiteit
De SE-domeinen F en G zijn van een andere orde dan de domeinen B tot en met E waarin telkens een hoofdconcept met bijbehorende kernconcepten en een bepaalde context centraal staan.
In de domeinen F en G wordt van leerlingen gevraagd om zelf een onderzoek te verrichten naar een sociale en/of politieke actualiteit.
De leerling dient daarbij gebruik te maken van de relevante hoofd- en kernconcepten uit het gehele examenprogramma en de vaardigheden zoals beschreven in domein A van het programma.
Domein G Analyse van een politieke actualiteit (binnen een specifieke context) - havo
Subdomein G1: Politieke en sociale participatie
24. De kandidaat kan onderscheid maken tussen de verschillende vormen van politieke en sociale participatie. Tevens kan hij de wenselijkheid van participatie beoordelen met behulp van hoofd- en kernconcepten.
Subdomein G2: Het belang van verkiezingen
25. De kandidaat kan met behulp van hoofd- en kernconcepten beschrijven wat het belang is van vrije en eerlijke verkiezingen.
Subdomein G3: Verkiezingen in Nederland en in een ander land
26. De kandidaat kan de hoofdlijnen van het Nederlandse (kies)stelsel en dat van een ander land beschrijven. Tevens kan hij de voor- en nadelen van beide stelsels benoemen.
Subdomein G4: Deelname aan de verkiezingen
27. De kandidaat kan verschuivingen in de deelname aan verkiezingen beschrijven. Tevens kan hij de samenstelling van de electorale achterban van de belangrijkste politieke partijen en bewegingen in Nederland beschrijven.
Domein G Analyse van/onderzoek doen naar een politieke actualiteit (binnen een specifieke context) - vwo
Subdomein G1: Politieke en sociale participatie
25. De kandidaat kan onderscheid maken tussen de verschillende vormen van politieke en sociale participatie. Tevens kan hij de wenselijkheid van participatie beoordelen met behulp van hoofd- en kernconcepten.
Subdomein G2: Het belang van verkiezingen
26. De kandidaat kan met behulp van hoofd- en kernconcepten beschrijven wat het belang is van vrije en eerlijke verkiezingen.
Subdomein G3: Verkiezingen in Nederland en een ander land
27. De kandidaat kan de hoofdlijnen van het Nederlandse politieke (kies)stelsel en dat van een ander land, beschrijven. Tevens kan hij de voor- en nadelen ervan benoemen en kan analyseren/onderzoeken hoe deze stelsels het politieke proces in beide landen beïnvloeden.
Subdomein G4: Deelname aan de verkiezingen
28. De kandidaat kan de verschuivingen in de deelname aan verkiezingen in Nederland en in een ander land beschrijven. Tevens kan hij de samenstelling van de electorale achterban van de belangrijkste politieke partijen en bewegingen in Nederland en in dat andere land beschrijven.