A7: Modelvorming
De kandidaat kan in contexten een probleem analyseren, een adequaat model selecteren, en modeluitkomsten genereren en interpreteren. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden.
Een model is een conceptuele representatie van de werkelijkheid bedoeld om verantwoorde uitspraken te doen over de gemodelleerde werkelijkheid. De bruikbaarheid van een model is afhankelijk van het doel waarmee je het model hebt ontwikkeld en de aannames die zijn gedaan om de representatie te kunnen vormgeven.
Om een model te kunnen selecteren en deze effectief te kunnen gebruiken, heeft de leerling veel verschillende vaardigheden nodig. Je kunt hierbij denken aan:
- Relevante grootheden en relaties in een probleemsituatie identificeren en selecteren.
- Door het doen van aannamen en het maken van vereenvoudigingen een natuurwetenschappelijk probleem inperken tot een onderzoekbare vraagstelling.
- Bij een natuurwetenschappelijk probleem een model selecteren dat geschikt is om het probleem te bestuderen.
- Een beargumenteerde schatting maken voor parameterwaarden van een model op basis van gegevens.
- Toetsbare verwachtingen formuleren over het gedrag van een model
- Een model evalueren op basis van uitkomsten, verwachtingen en (meet)gegevens.
- Een modelstudie op geschikte manieren presenteren.
Meer informatie over modelleren en modelvorming, ontwerp en gebruik is te vinden via de pagina aan de rechterkant.