Opbouw van het examenprogramma
Opbouw van de conceptexamenprogramma's
De basis van alle vier de praktijkgerichte programma’s bestaat uit algemene praktijkgerichte vaardigheden, werken aan praktische en realistische opdrachten en loopbaanontwikkeling. Dit zijn de domeinen A tot en met C.
De werkvelden (domein D) en programmaspecifieke kennis en vaardigheden (domein E) geven het praktijkgerichte programma kleur en zijn daarmee programmaspecifiek. De grote variant van programma's pgp-M en pgp-T hebben een omvangrijker domein E. In de kleine variant staan in domein F de vraagstukken centraal. Deze leggen een relatie met de actualiteit. In de kleine variant is Domein F voor programma's pgp-M en pgp-T gelijk.
In de grote variant van programma’s pgp-M en pgp-T is domein F vervallen en zijn de duurzame ontwikkelingsdoelen geïntegreerd in het E-domein. Per programma liggen er andere accenten.