Overwegingen bij het opstellen van een PTA
Het opstellen van een PTA hangt nauw samen met de vraag hoe je het vak in de tweede fase inricht. Bij het opstellen van een PTA kunnen de overwegingen met betrekking tot de volgende zaken een rol spelen.
Overwegingen bij het PTA
Schoolvisie en visie op het vak en op toetsing kunnen van invloed zijn op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het programma voor scheikunde. De volgende overwegingen zijn van belang voor de vaksectie om een goed beeld te krijgen van de randvoorwaarden waarbinnen het vak op de eigen school wordt onderwezen:
- de verdeling van de studielast en van de leerstof over de leerjaren (320 slu voor scheikunde havo; 440 slu voor scheikunde vwo);
- de inhoud, vorm en weging van de toetsing: passen de toetsvormen bij het karakter van de getoetste eindtermen?
- de verhouding tussen examentoetsen en voortgangstoetsen;
- spreiding van schriftelijke toetsen en praktische opdrachten over de schooljaren;
- de eventuele koppeling met examenonderdelen van andere vakken;
- de organisatie van oriëntatie op studie en beroep en de rol van de vakken daarin;
- het toetsen van de vaardigheden uit domein A.
Natuurwetenschappelijke vaardigheden
Omdat scheikunde een verplicht profielvak is bij het profiel N&G en N&T, zullen in elk geval de volgende overwegingen per profiel gemaakt moeten worden:
- afstemming over de aard van de toetsen en praktische opdrachten;
- afstemming op de inhoud en inroostering van NLT;
- afstemming op de inhoud en wijze van toetsing van ANW;
- vakoverstijgende onderdelen van het schoolprogramma;
- koppeling met examenonderdelen van andere vakken.
Schooleigen onderwerpen
De school kan ervoor kiezen om onderwerpen in het SE op te nemen die niet worden genoemd in het eindexamenprogramma. Zo'n onderwerp mag per leerling verschillend zijn. Als de school daarvoor kiest, volstaat het om dat in het PTA te typeren als bijvoorbeeld 'door de vaksectie te bepalen thema' of 'actualiteitsopdracht' of 'verbredingsopdracht' of 'verdiepingsopdracht'.