Vakinhoudelijke subdomeinen havo
Voordat we kijken naar de afzonderlijke domeinen en de suggesties voor programmatische invulling en toetsing ervan, is het goed om de structuur van de vakinhoudelijke domeinen toe te lichten.
De domeinen B, C en D omvatten voor het overgrote deel de robuuste vakconcepten van de chemie zoals die door havoleerlingen moeten worden gekend. De feiten en de kennis die nader in de syllabus worden benoemd mogen in het schoolexamen ruimer of juist krapper worden geïnterpreteerd. Maar duidelijk is wel dat feitenkennis onontbeerlijk is voor onderwijs en toetsing van de contexten in de domeinen E, F en G ongeacht of het daar nu gaat om eindtermen voor het CE of voor het SE. In dit deel worden bij de toelichting op de subdomeinen uit B-C-D suggesties gedaan voor mogelijke uitwerkingen in lesactiviteiten.
Dit betreft uitsluitend de subdomeinen die betrekking hebben op het SE!!
In de toelichting op de subdomeinen uit E-F-G wordt ook aandacht besteed aan gerelateerde vakbegrippen.
Domein B havo: Kennis van stoffen en materialen
Domein C havo: Kennis van chemische processen en kringlopen
Domein D havo: Ontwerpen en experimenten in de chemie
De subdomeinen D1 en D3 worden getoetst in het Centraal Examen (CE). Voor de subdomeinen D2 en D4 worden suggesties voor uitwerkingen en informatiebronnen gegeven (zie hiernaast).
Domein E havo: Innovatieve ontwikkelingen in de chemie
Het subdomein E1 hoort bij het Centraal Examen (CE). Voor de subdomeinen E2 en E3 zijn suggesties voor uitwerkingen en informatiebronnen gegeven (zie hiernaast).
In de examenprogramma's voor scheikunde na 2013 is de context-conceptbenadering met name in de examendomeinen E, F en G zichtbaar gemaakt. In de domeinen B, C en D wordt de focus gelegd op de robuuste vakconcepten, die ook na het behalen van hun vo-diploma voor een groot aantal leerlingen tot hun body of knowledge blijven behoren. Ook voor vervolgopleidingen is daarmee, en door de specificatie in de syllabus, helder welke kennis leerlingen na hun havo- of vwo-onderwijs hebben verworven en waar de vervolgopleidingen bij kunnen aansluiten.
De contexten in de domeinen E-F-G maken dat leerlingen de chemische concepten in een aantal concrete contextsituaties hebben leren gebruiken en daarover hebben gerapporteerd en geoordeeld. Dat draagt bij aan de scientific knowledge die voor leerlingen die niet in een bèta-opleiding verder gaan toch erg gewenst is.
Domein F havo: Processen in de chemische industrie
De subdomeinen F1 en F3 behoren bij het Centraal Examen (CE). Voor de subdomeinen F2, F4 en F5 worden suggesties en informatiebronnen gegeven (zie hiernaast).
Domein G havo: Maatschappij en chemische technologie
De subdomeinen G1 en G2 behoren bij het Centraal Examen (CE). Voor de subdomeinen G3 t/m G5 geven we een aantal suggesties voor invulling (zie hiernaast).