Relatie tussen het havo- en het vwo-programma
Bij het vaststellen van de examenprogramma's voor wiskunde A havo en wiskunde A vwo is veel overleg geweest binnen de syllabuscommissie om tot een zo groot mogelijke overeenstemming te komen, daar waar mogelijk en wenselijk. Zo zijn de specificaties van domein A bij beide programma's hetzelfde.
Ook met betrekking tot de vakinhoud van de programma's is er sprake van overeenstemming. Om een voorbeeld te noemen: de globale eindterm van subdomein B3 (havo) en die van subdomein B2 (vwo) zijn hetzelfde geformuleerd. Omdat dit subdomein bij havo alleen deel uitmaakt van het SE, zijn daar geen specificaties bij geschreven. Bij vwo is dat wel het geval.
Daarnaast zijn er enkele onderwerpen die niet in het havo-programma voorkomen, maar wel in het vwo-programma, zoals vrijwel het gehele domein D Veranderingen van wiskunde A vwo. Slechts een klein deel daarvan is terug te vinden bij wiskunde A havo.
Een onderscheid dat door een groot deel van de beide programma's loopt, betreft de typen functies en verbanden waarmee de leerlingen moeten kunnen werken, met de bijbehorende karakteristieke eigenschappen. Bij wiskunde A havo beperkt zich dat tot voornamelijk lineaire en exponentiële functies, terwijl bij wiskunde A vwo bijvoorbeeld ook logaritmische en goniometrische functies aan de orde komen. Voor een volledig overzicht verwijzen we naar bijlage 3 van de betreffende syllabi, waarin precies staat aangegeven welke begrippen de leerlingen moeten beheersen, uitgesplitst naar alle verschillende wiskundevakken.
Het onderwerp Statistiek vraagt om specifieke aandacht
In beide programma's ligt hier de nadruk op het werken met grote databestanden waarbij gebruik wordt gemaakt van ICT. Ook noemen beide programma's de 'empirische cyclus'.
Toch zijn de formuleringen van de eindtermen van dit onderwerp in beide programma's verschillend. Dat komt omdat besloten is om bij wiskunde A havo de subdomeinen E1 t/m E4 onder te brengen bij het CE, dit in afwijking van de pilotversie. Gevolg is dat er bij dit programma specificaties geschreven zijn, terwijl die bij wiskunde A vwo ontbreken. Meer informatie hierover in het onderdeel 'Toetsen in het schoolexamen' van deze handreiking.
Een ander groot onderscheid dat we tussen beide programma's kunnen maken, betreft de vaardigheden die bij beide programma's genoemd worden. In bijlage 4 van de betreffende syllabi treft u een overzicht aan van de te beheersen vaardigheden, uitgesplitst naar alle verschillende wiskundevakken.
Naast deze onderlinge afstemming is er ook gestreefd naar afstemming met wiskunde B en wiskunde C, uiteraard ook daar waar dit mogelijk en zinvol werd geacht. De twee genoemde bijlagen zijn voorbeelden van het resultaat van deze afstemming.