Domein F: keuzeonderwerpen
13 december 2019
Het domein Keuzeonderwerpen omvat een of meer keuzeonderwerpen. De onderwerpen worden gekozen door de school. De onderwerpen kunnen, indien de school daarvoor kiest, voor elke kandidaat verschillend zijn. De totale studielast van de keuzeonderwerpen is 40 uur.
In de afgelopen jaren zijn veel mogelijkheden voor het invullen van een keuzeonderwerp ontwikkeld. Enkele voorbeelden zijn:
- Elke wiskundemethode biedt wel een aantal keuzeonderwerpen aan, voorzien van de nodige theorie en bijbehorende opdrachten.
- Bayesiaanse kansrekening; zie artikel van H. Tijms in Euclides februari 2008.
- In de loop van de tijd is een groot aantal boekjes verschenen in de Zebra-reeks. Sommige daarvan lenen zich goed voor gebruik als keuzeonderwerp. Ook kan zo'n boekje gebruikt worden als uitgangspunt voor een praktische opdracht. Enkele voorbeelden:
nr 1 Kattenaids en Statistiek?
nr 3 Schatten, hoe doe je dat?
nr 4 De Gulden Snede
nr 8 Verkiezingen, een web van paradoxen
nr 15 De juiste toon
nr 20 Babylonische Wiskunde
nr 22 Spelen en delen
nr 23 Experimenteren met kansen
nr 26 Een Koele Blik op Waarheid
nr 28 Voorspellen met Modellen
nr 35 Verborgen boodschappen
De Zebra-reeks is een niet-afgesloten reeks, nog steeds verschijnen er nieuwe boekjes. - Wiskunde C vwo kent een aantal onderwerpen die karakteristiek zijn voor dit vak, bijvoorbeeld domein F: Logisch redeneren en domein G: Vorm en ruimte. Daarnaast het 'thema' wiskunde in kunsthistorische context, etc. Wiskunde A-leerlingen krijgen de gelegenheid om kennis te maken met een andere kant van het vak wiskunde. In de handreiking bij wiskunde C vwo vind je veel informatie over de mogelijkheden die daar liggen.
- Door de herziening van de examenprogramma's zijn onderwerpen, die voorheen wél in het wiskunde A (of wiskunde A12) of wiskunde C (of wiskunde A1) programma voorkwamen, uit het programma verdwenen. Enkele voorbeelden zijn:
- Grafen en Matrices
- Lineair programmeren
- Voorraadproblemen
De eerste twee onderwerpen kennen een lange traditie, ook in oude eindexamens, waarmee een bron van toetsing beschikbaar is.