Afstemming met klassieke talen, geschiedenis en filosofie
Voor leerlingen uit het profiel C&M zijn er heel interessante perspectieven voor onderzoek naar de geschiedenis van de wiskunde. Veel wiskundige ontwikkelingen zijn zeer nauw verbonden met de tijd waarin ze plaatsvonden. De wiskunde kent een lange en rijke geschiedenis. Denk maar aan wiskundigen als Archimedes, Euclides, Fermat, Newton, Leibniz, Euler, Gauss, enzovoort.
Begrip van de (geschiedkundige) omstandigheden waarin de ontdekkingen van deze wiskundigen zich afspeelden is noodzakelijk om beter inzicht te krijgen in deze aspecten van de wiskunde. Ontwikkelingen binnen de kunst, techniek en de ontwikkeling van nieuwe wetenschappen zoals informatica hangen hiermee samen.
Er zijn diverse (Nederlandstalige) boeken geschreven over wiskunde en wiskundigen, die als inspiratiebron kunnen dienen, zie bijvoorbeeld de website van de 'wiskundemeisjes'. Daar vind je onder andere een overzicht van boeken over wiskunde/wiskundigen.
Het examenprogramma van wiskunde C besteedt expliciet aandacht aan de geschiedenis van de wiskunde. In subdomein A2 Profielspecifieke vaardigheden wordt dat als volgt benoemd:
de kandidaat kent van enkele wiskundige onderwerpen de ontwikkeling vanuit een cultuurhistorische context. En bij domein G staat aangegeven dat daar 'de probleemsituaties bij voorkeur worden gekozen in onder andere een kunsthistorische context'.
Een leerling, die zich hiermee gaat bezighouden – bijvoorbeeld in een profielwerkstuk – krijgt te maken met een boeiende combinatie van vakken: wiskunde en geschiedenis.
Logisch redeneren, het onderwerp van domein F hoort niet alleen bij wiskunde thuis, maar ook bij filosofie. Filosofie houdt zich ook met logica bezig. Wanneer het vak filosofie op school wordt aangeboden, kan hier dus samenhang met wiskunde C gevonden worden.