Afstemming met andere vakken

27 juli 2023

Het examenprogramma beeldende vorming bouwt voort op en sluit aan bij de lesactiviteiten die uitgevoerd zijn in het brede leergebied kunst en cultuur.

Alle exameneenheden komen vanaf het begin concentrisch en in samenhang met elkaar aan de orde. Aan het einde van het derde leerjaar heeft de kandidaat voldoende basiskennis ontwikkeld om in het vierde leerjaar individuele keuzes te gaan maken. Leerlingen zullen dan vaker werken aan open opdrachten, er is een vrijere keuze voor materialen en technieken en de leerling zal in toenemende mate het eigen werkproces bepalen. Zo werkt de leerling op een natuurlijke manier naar het verrijkingsdeel toe dat met een centraal examen wordt afgesloten. In het verrijkingsdeel wordt uitgegaan van een zelfstandige kandidaat.

Een van de grootste uitdagingen is een samenhangend onderwijsprogramma te ontwikkelen. Dit kan zijn een les, een lessenreeks of een jaarprogramma. De breedheid van het vakgebied zoals beschreven in het examenprogramma maakt het mogelijk de verbinding te zoeken met andere (kunst)vakken zodat leerlingen de samenhang tussen vakken gaan ervaren. Dat kan bijvoorbeeld door samen te werken met:

  • een collega van een ander vak en de inhoud af te stemmen, bijvoorbeeld over het geven van presentaties of het vergroten van de woordenschat (Nederlands);
  • een collega van een ander vak waarbij er rond een onderwerp wordt gewerkt;
  • collega's van andere vakken in vakoverstijgende projecten waarbij er rond een thema wordt gewerkt;
  • collega's van andere vakken, bijvoorbeeld op het gebied van vakoverstijgende vaardigheden (interviewen, samenwerken, plannen maken).

Voorbeelden

  • Maak illustraties bij een verhaal (Nederlands, kunst).
  • Maak in groepjes van vier een cultuurspel met 25 vragen per kunstdiscipline (kunstvakoverstijgend).
  • Maak in groepjes van vier een kunstkwartet over kunststromingen.
  • Ga op zoek naar ruimtelijke / geometrische vormen in de architectuur en maak een eigen bouwwerk (wiskunde).

Toetsing bij vakoverstijgend werken

Bij vakoverstijgend onderwijs zal er bij toetsing vaak sprake zijn van meerdere toetsdoelen van verschillende vakken. Ook deze moeten in samenhang beoordeeld worden. Dat betekent dat leraren in de samenwerking zorgvuldig moeten bespreken welke eindterm(en) waar getoetst wordt. Zo zal bij het maken van een verslag bijvoorbeeld de kennis over opbouw, indeling en uitwerking van het werkstuk worden beoordeeld bij Nederlands, de inhoud en uitwerking/diepgang ervan door de kunstdocent.