BV/K/3 Leervaardigheden in de beeldende vakken
De kandidaat beheerst een aantal strategische beeldende vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van zijn leervermogen.
Deze exameneenheid wordt zowel getoetst in het CE als in het SE. In de regel zal dit niet als zelfstandige leerstof aangeboden en getoetst worden. De inhoud van deze eindterm wordt doorgaans in samenhang met andere eindtermen aangeboden. Het maakt als vanzelfsprekend deel uit van een grotere opdracht of toets.
Onder leervaardigheden wordt onder andere verstaan dat leerlingen tijdens het werkproces inspelen op problemen die ze tegenkomen. Denk bijvoorbeeld aan het laten ontsnappen van luchtbellen tijdens het boetseren, of het gebruik van de juiste hardheid van een potlood bij het tekenen van lijnen, vlakken en arceringen. Onder leervaardigheden wordt ook verstaan dat leerlingen in een beeldend proces keuzes kunnen maken en deze keuzes kunnen toelichten. Gaandeweg zullen leerlingen niet alleen in staat zijn op beeldaspecten te herkennen maar deze ook kunnen toepassen. Bijvoorbeeld tijdens het beschouwen van beelden of het maken van eigen (ruimtelijk) werk. Kunnen reflecteren op beelden van zichzelf en op beelden van anderen en ICT in een beeldend proces op adequate wijze inzetten.
De leervaardigheden die hier bedoeld worden hebben betrekking op zowel de technische vaardigheden als de procesmatige vaardigheden. Reflectie is daar onlosmakelijk mee verbonden.
Voorbeeldactiviteiten van leervaardigheden
- In een verslag beschrijven / tonen hoe het eindproduct tot stand is gekomen;
- Aan medeleerlingen uitleggen hoe een technisch probleem verholpen kan worden;
- Met behulp van een zelfbeoordelingsformulier eigen werk beoordelen of waarderen;
- Constructieve feedback geven op het werk van leerlingen;
- Een beeldanalyse maken van een kunstwerk;
- Beelden beschouwen.