BV/K/6 Middelen, productief
De kandidaat kan aspecten van de voorstelling en vormgeving zó gebruiken dat ze een bijdrage leveren aan de zeggingskracht van het eigen beeldend werk.
Deze exameneenheid moet getoetst worden in een schoolexamen. In de regel zal deze eindterm niet als zelfstandige leerstof worden aangeboden. De inhoud van deze eindterm maakt als vanzelfsprekend deel uit van een grotere opdracht of toets waarbij ook andere eindtermen getoetst worden.
Beeldend werk dat zeggingskracht bezit is werk waarbij de voorstelling en de vormgeving een zodanig verband hebben dat het werkstuk, als resultaat van het creatieve proces, een verhaal vertelt of duidelijk overkomt. Daarbij is het gebruik van beeldaspecten, materialen en technieken essentieel voor de zeggingskracht van het beeld. Om deze toe te kunnen passen en te herkennen dienen leerlingen kennis te hebben van de vak begrippen, de beeldaspecten en de materialen en technieken.
De syllabus behorende bij het examenprogramma beeldende vorming bevat een begrippenlijst met vakspecifieke elementen die aan de orde kunnen komen in het CPE en het CSE. Deze begrippenlijst is uitgewerkt in 7 onderdelen. Het laatste onderdeel daarvan is uitgewerkt per discipline: tekenen, handenarbeid, textiele werkvormen en audiovisuele vormgeving.
Onderdelen van de begrippenlijst beeldende vorming
- Verschijningsvormen / beelddragers (2- en 3-dimensionaal)
- Aspecten van de voorstelling
- Zeggingskracht/karakteristieken
- Proces
- Functionaliteit
- Cultuur en kunsthistorische context
- Aspecten van de vormgeving (beeldende aspecten, materialen, technieken)
De begrippenlijst is hiernaast te downloaden.