BV/K/5 Werkproces, productief
De kandidaat kan een beeldende probleemstelling verkennen, analyseren, oplossen en uitvoeren.
De kandidaat kan een werkplan opstellen, bewaken en uitvoeren, zijn werkproces vastleggen, ordenen en presenteren en erop reflecteren.
Deze exameneenheid moet getoetst worden op het schoolexamen. In de regel zal deze eindterm niet als zelfstandige leerstof worden aangeboden. De inhoud van deze eindterm maakt als vanzelfsprekend deel uit van een grotere opdracht of toets waarbij ook andere eindtermen getoetst worden.
Deze exameneenheid is gericht op alle stappen in het beeldend proces. Dit begint met een verkenning van de probleemstelling, gevolgd door een analyse van het probleem. Daarna gaan leerlingen ontwerpen en oplossingen bedenken, het werkstuk maken en ten slotte presenteren. De leerling maakt daarvoor een planning en houdt zich aan de planning. Het proces legt de leerling vast. Reflectie is onlosmakelijk verbonden met alle stappen in het proces.
Om leerlingen te laten wennen aan de procesmatige aanpak die gehanteerd wordt bij het CPE, kan tijdens het schoolexamen dezelfde werkwijze gebruikt worden. Het CPE vraagt veel van de vaardigheid zelfstandig leren en werken. Door dezelfde benadering te gebruiken worden leerlingen tijdens het centraal examen niet verrast door een volledig andere werkwijze. In dit geval gaat het cliché 'oefening baart kunst' ook in letterlijke zin op. Het beste kan geoefend worden door opdrachten in het schoolexamen volgens dezelfde methodiek te ontwerpen. De methodiek bestaat uit 6 onderdelen waarbij leerlingen bij het tweede onderdeel (beeldend onderzoeken) alle schetsen, studies, materiaalproefjes, aantekeningen en opmerkingen verzamelen en de volgorde van ontstaan aangeven.
A: Oriënteren (ca. 50 minuten)
Bronnenonderzoek en (beeld)materiaal verzamelen
B: Beeldend onderzoeken (ca. 100 minuten)
Onderzoeken (experimenten en ontwerpen) gericht op aspecten van de voorstelling, de vormgeving, materialen en technieken
C: Vaststellen ontwerp (ca. 20 minuten)
Een beargumenteerde keuze voor een ontwerp: wat wil de leerling vertellen en hoe wil de leerling het onderwerp (de inhoud) verbeelden gelet op voorstelling, vormgeving, materialen en technieken
D: Uitvoeren werkstuk (ca. 500 minuten)
Wanneer is het beeld geslaagd?
E: Analyseren, evalueren en beoordelen (ca. 30 minuten)
De evaluatie en beoordeling van het eigen werkproces en het eigen werkstuk én de evaluatie en beoordeling van het werkproces en het werkstuk van een andere kandidaat op de volgende aspecten: inhoud, voorstelling, vormgeving, materalen en technieken
F: Presenteren (ca. 20 minuten)
Presentatie van de uitgangspunten van het eigen werk, het werkproces en het werkstuk
Sinds 2016 zijn, naast het CPE-opgavenboekje en het correctievoorschrift, ook de kleurenbijlage openbaar. Deze zijn te vinden op Examenblad. De opgaven voor 2016/2017 staan op de website van Cito.