Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Hoe kunnen scholen – ook vanuit de algemeen vormende vakken – de doelen voor loopbaanoriëntatie en loopbaanontwikkeling helpen realiseren?
De visie op loopbaanoriëntatie is de afgelopen jaren veranderd. Daar waar vroeger de nadruk lag op 'kiezen' en het maken van de juiste (eenmalige) keuze, ligt tegenwoordig de nadruk op 'leren kiezen' en het keuzeproces leren doorgronden. Zo worden leerlingen beter voorbereid op een leven waarin zij door de steeds veranderende arbeidsmarkt telkens opnieuw gedwongen worden keuzes te maken voor opleiding en arbeid. Het keuzeproces wordt ondersteund door leerlingen op systematische wijze te leren omgaan met loopbaancompetenties. Er worden vijf loopbaancompetenties onderscheiden:
- Kwaliteitenreflectie: Wat kan ik het best en waar leid ik dat uit af?
- Motievenreflectie: Waar ga en sta ik voor en waarom?
- Werkexploratie: Welk werk past het beste bij mij en waarom?
- Loopbaansturing: Hoe bereik ik mijn doelen?
- Netwerken: Wie kan mij waarmee helpen om mijn doelen te bereiken?
Concreet betekent het dat de leerling in het vak of vakoverstijgend gestimuleerd wordt te oefenen met het maken van loopbaankeuzes. Leerlingen kunnen ervaringen opdoen door middel van oriënterende en realistische activiteiten in het opleidingsveld, het beroepenveld en het maatschappelijk domein. Dit kan door leerlingen activiteiten te laten uitvoeren binnen en buiten school én binnen en buiten het curriculum. Leerlingen reflecteren op de eigen kwaliteiten en motieven, het eigen handelen en de opgedane ervaringen bij voorkeur op een gevarieerde wijze. In onderstaande LOB-disk is dit gevisualiseerd.
Bovenstaande LOB-disk is een hulpmiddel:
- om op school, met de decaan of de LOB-coördinator het gesprek te kunnen voeren over het beleid en de praktijk;
- om samen te kunnen werken aan de optimalisering van LOB;
- bij de inhoudelijke en praktische concretisering van LOB (wat en hoe);
- bij de bepaling (en spreiding) van LOB-lesactiviteiten.