Afname en toetsevaluatie gespreksvaardigheid
Op deze pagina vind je een aantal aandachtspunten voor de afname van de toets en de toetsevaluatie.
Uitproberen
Probeer, indien mogelijk, de toets uit met een collega of iemand anders die daarvoor geschikt is. Dan leert je of:
- je de tijd die het kost de toets af te nemen goed hebt ingeschat;
- de opdracht(en) en het beoordelingsformulier helder zijn geformuleerd;
- de opdrachten van het gewenste niveau zijn;
- het beoordelingsformulier adequaat is.
Tijdig uitproberen biedt je de mogelijkheid zo nodig nog een en ander aan te passen.
Voorbereidingstijd
Geef leerlingen ongeveer tien minuten voorbereidingstijd. Bied hen de gelegenheid de opdracht(en) te lezen en trefwoorden (geen hele zinnen) te noteren die zij mee mogen nemen naar het examen. Andere hulpmiddelen zoals woordenlijsten, (elektronische) woordenboeken of mobieltjes zijn niet toegestaan.
Hulpmiddelen
Een plattegrond, 'namaak'-geld, een menukaart of kleren kan een leerling vaak helpen zich in een situatie in te leven. Zorg ervoor dat deze hulpmiddelen op de opdracht vermeld staan en aanwezig zijn tijdens het examen, als de situatie daar om vraagt.
Voor de afname
- Leg alle benodigde objecten, die een rol spelen in de gesprekjes, klaar (geld, kleren, een menukaart et cetera). Houd er wel rekening mee dat deze objecten geen directe aanwijzingen geven voor het te gebruiken vocabulaire.
- Lees het docentenboekje ruim van tevoren door om goed voorbereid te zijn op uw rol in de toets.
- Spreek met de leerlingen de volgorde af waarin ze aan de beurt zijn en de tijd waarop ze zich bij de voorbereidingstafel moeten melden. Hang eventueel een rooster op, waarop staat hoe laat iedereen aan de beurt is.
- Zorg voor een rustige ruimte waarin de leerling de toets kan voorbereiden. Leg daar ook kladpapier en een pen klaar ter ondersteuning bij de voorbereiding. Let er wel op dat aantekeningen niet achtergelaten worden, maar meegenomen worden naar de plek van de toetsafname. Het is aan te raden de voorbereidingsruimte te laten surveilleren.
- Zorg ervoor dat de toets rustig kan worden afgenomen. Voorkom rumoer en inloop. Hang eventueel een bordje op de deur.
Tijdens de afname
- Herhaal een vraag of een uiting met andere woorden als de leerling aangeeft dat hij of zij het niet begrijpt.
- Bied hulp als de leerling niet uit zijn woorden komt. Doe dit uitsluitend in het Duits.
- Als de leerling na een hulppoging nog steeds niet begrijpt wat van hem/haar verwacht wordt of iets niet onder woorden weet te brengen, laat het gesprek dan doorgaan. De tijd loopt door.
- Spreek Duits als de leerling binnenkomt, maar ook als de toets klaar is.
Opname
Maak digitale (video-)opnames. Dat vergroot de betrouwbaarheid van de beoordeling. Beluister de opnames later en vul dan pas het beoordelingsformulier in. Niet alleen kun je je dan beter concentreren op je rol als gesprekspartner, ook hoeft dan een tweede beoordelaar niet per se aanwezig te zijn bij de toetsafname. Tip: vraag bij aanvang van de toets de leerling hoe hij/zij heet (naam én achternaam). Daarmee koppel je de opname aan de naam van de leerling.
Toetsevaluatie
Evalueer de toets na afname als je hem opnieuw wil gebruiken. Herzie de opdrachten die minder goed hebben gefunctioneerd. Bleken de instructies voor de leerling duidelijk genoeg, zetten ze de leerling voldoende aan tot spreken, gaven ze de leerlingen niet te veel aanwijzingen over wat ze moesten zeggen?
Ga ook na of het beoordelingsformulier gebruiksvriendelijk was en of de criteria op het beoordelingsformulier voor meer dan één uitleg vatbaar bleken.