Opdrachten/opgaven
Lezen doen we nooit zo maar. Dat doe je met een doel. Je zoekt antwoord op een vraag of je wilt iets weten over een bepaald onderwerp.
Lezen is altijd gekoppeld aan functionele opdrachten (hetzelfde geldt overigens ook voor luisteren).
Het is handig om bij lezen te denken aan 'transformatie opdrachten': de lezer heeft de informatie die hij leest nodig voor een bepaalde taak (eindproduct) en zet wat hij leest om (transformeren) naar een ander format, andere omvang of ander publiek. Hij moet dus lezen, begrijpen en weergeven, bijvoorbeeld door te schrijven. Een voorbeeld: een leerling leest informatie over pesten op een Engelse site en, omdat het voor ouders is geschreven, zet hij het om in een kort foldertje voor Nederlandse basisschoolkinderen.
In de sectie Leesvaardigheid en het ERK, staan de subvaardigheden van de vaardigheid lezen die het ERK onderscheidt. Het is behalve een niveau-indeling, ook een handig hulpmiddel voor docenten om opdrachten te ontwerpen.
Moeilijkheidsgraad van opdrachten
Niet alleen de moeilijkheid van een tekst, maar ook die van de opgave bepaalt het niveau van de opdracht als geheel. Bij een complexe tekst kan een eenvoudige opdracht gegeven worden. Bijvoorbeeld bij een complex krantenartikel: Waar gaat dit krantenartikel over? Omgekeerd kan een eenvoudige tekst als input dienen voor een complexe opdracht. Bijvoorbeeld: Beschrijf aan de hand van deze korte blog-tekst jouw mening over de walvisjacht.
Anders gezegd, teksten kunnen complex zijn, maar toch bruikbaar en nuttig voor opdrachten op laag niveau, bijvoorbeeld A1. De tekst op zich bepaalt niet de moeilijkheidsgraad van de opdracht als geheel, die wordt bepaald door de combinatie van de tekst en de opdracht die erbij gegeven wordt.