Eindterm 20: Projectmatig werken
Medewerkers in een bedrijf of instelling worden vaak betrokken bij projecten die als doel hebben de informatiesystemen te wijzigen, bijvoorbeeld als gevolg van marktontwikkelingen, het benutten van nieuwe communicatiekanalen, gewijzigde wet- en regelgeving of het verhelpen van knelpunten in de informatievoorziening. Ze worden vaak lid van het projectteam dat de wijzigingen voorbereidt, uitvoert en uittest.
Dergelijke teams hebben vaak een multidisciplinair karakter en zijn samengesteld uit ICT-specialisten, een of meer gebruikers, de manager die verantwoordelijk is voor het deel van de informatievoorziening dat gewijzigd wordt en – afhankelijk van het beoogde projectresultaat – een mediakundige en een projectleider. Bij grote projecten kan de projectleider ondersteund worden door een assistent of projectbureau. Ook kan het voorkomen dat een projectteam onderverdeeld wordt in werkgroepen met elk een eigen teamleider.
De eindterm heeft betrekking op een lid van een projectteam in een van de genoemde rollen, die eventueel de project- of teamleider assisteert. Voorbeelden van werkwijzen en technieken zijn in dat geval:
- samenwerken met teamleden, zoals ook genoemd in eindterm 7;
- rapporteren over de voorgang van eigen werkzaamheden;
- opstellen van een concept voortgangsrapportage van de projectgroep;
- communiceren tijdens werkzaamheden;
- planmatig uitvoeren van werkzaamheden;
- een concept taakverdeling opstellen voor een werkgroep;
- een begroting voor een deeltaak van een project opstellen;
- informatie geven over uitvoeringstijd, kosten van uitgevoerde/uit te voeren werkzaamheden en op basis daarvan conclusies trekken;
- zijn eigen handelen evalueren en vertalen in nieuwe activiteiten;
- gebruikmaken van projectmanagementsoftware;
- de fasering van het project respecteren zonder fasen over te slaan.
Het beoogde inzicht kan zich onder andere richten op:
- wat een project is;
- basiskenmerken van een project: helder omschreven doel, eenmalig van karakter, beperkte tijd, beperkte middelen, vaak multidisciplinair van aard;
- welke problemen zich lenen voor projectmatige oplossing en welke niet;
- wie welke verantwoordelijkheden heeft bij een project: onderscheid tussen aansturing en uitvoering;
- de rollen in een projectteam.