Structuur van projectopdrachten
De projectopdrachten kennen een vaste structuur, die hier puntsgewijs wordt weergegeven.
Eindterm(en) |
Formulering van de eindterm(en) waarvan beheersing door middel van de opdracht getoetst wordt |
---|---|
Kenmerken van de opdracht |
Inleiding op de opdracht voor kandidaten met een parafrasering van de eindterm(en) en met het soort opdracht |
Opdrachtomschrijving |
Situatieschets waarin een probleem geformuleerd wordt Specificatie van wat kandidaten moeten opleveren Welke vereisten er gelden voor het eindresultaat |
Uitvoering van de opdracht |
Hoe de opdracht uitgevoerd moet worden (meestal: zelf te bepalen, soms aan de hand van een zelfbedachte planning) Welke hulpmiddelen er gebruikt moeten en mogen worden Waar de opdracht uitgevoerd moet worden (op school of ook buiten de school) De rollen van de docent (opdrachtgever, coach, expert en/of beoordelaar) Het uiterste inlevermoment |
Beoordeling van de opdracht |
Beoordelingsrubrieken en bijpassende beoordelingsschalen Wijze waarop het cijfer tot stand komt Herkansingsmogelijkheden |