Benaderingswijze van maatschappijkunde
Het karakteristieke van maatschappijkunde is de benaderingswijze. Van belang is dat leerlingen met kritische ogen kunnen kijken naar maatschappelijke verschijnselen, thema's en problemen. Daarbij komen de invalshoeken in beeld, die ook deel uitmaken van het programma maatschappijleer. Bij maatschappijkunde kan er dieper op de invalshoeken worden ingegaan dan bij maatschappijleer.
De principes en procedures kenmerkend voor de benaderingswijze van het vak maatschappijkunde bij een maatschappelijk vraagstuk zijn:
- vanuit de politiek-juridische invalshoek:
- benoemen welke regels van toepassing zijn;
- uitleggen hoe de overheid of hoe politieke partijen het probleem willen oplossen;
- de machtsmiddelen van de verschillende maatschappelijke groepen en organisaties benoemen;
- de machtsmiddelen van de overheid benoemen.
- vanuit de sociaaleconomische invalshoek:
- de maatschappelijke positie van de verschillende maatschappelijke groepen onderscheiden;
- het verband aangeven tussen de maatschappelijke positie van een groep en haar belangen;
- benoemen welke (tegengestelde en gemeenschappelijke) belangen die groepen (en organisaties) hebben.
- vanuit de sociaal-culturele invalshoek:
- de verschillende maatschappelijke groepen en organisaties en hun opvattingen ten aanzien van een maatschappelijk vraagstuk onderscheiden;
- benoemen welke (tegengestelde en gemeenschappelijke) normen en waarden die groepen en organisaties hebben;
- van maatschappelijke vraagstukken uitleggen welke sociale veranderingen hierop van invloed zijn (geweest) en hoe in andere samenlevingen over deze vraagstukken wordt gedacht.
Benaderingswijze aanleren en oefenen
De verschillende invalshoeken kunnen worden aangeleerd en geoefend bij de behandeling van specifieke exameneenheden, maar kenmerkend aan de benaderingswijze is dat die (uiteindelijk) op maatschappelijke vraagstukken binnen elk exameneenheid (of een combinatie van exameneenheden) kan worden toegepast. U kunt er dus ook voor kiezen de benaderingswijze eerst te behandelen, zodat leerlingen die daarna op ieder onderwerp kunnen toepassen. Als u de invalshoeken binnen een bepaalde exameneenheid wilt aanleren kan dat als volgt:
- bij Politiek en beleid (MK/K/4): de politiek-juridische invalshoek:
- leerlingen kunnen een onderzoekje uitvoeren, bijvoorbeeld binnen de eigen gemeente. Ze leren daarbij te herkennen welk beleid gehanteerd wordt, welke visies betrokken groeperingen hebben en welke mogelijkheden betrokken groepen hebben om het beleid te beïnvloeden.
- bij Mens en werk (MK/K/5): de sociaaleconomische invalshoek:
- leerlingen kunnen een onderzoekje doen naar een actueel maatschappelijk probleem op het gebied van werk of verzorgingsstaat. Ze kunnen herkennen welke belangen betrokken groepen hebben en welke mogelijkheden ze hebben om het beleid te beïnvloeden.
- bij Multiculturele samenleving (MK/K/6): de sociaal-culturele invalshoek:
- leerlingen kunnen een onderzoekje doen naar verschillende groepen binnen de multiculturele samenleving. Ze leren daarbij herkennen welke waarden en normen betrokken groepen hebben.
Selectie van een maatschappelijk vraagstuk
Bij de selectie van maatschappelijke vraagstukken kunnen de volgende criteria gehanteerd worden:
- het is een herkenbaar en actueel maatschappelijk probleem;
- het probleem bergt een dilemma in zich, dat door het toepassen van de invalshoeken aan de oppervlakte komt;
- het probleem is 'leerling-nabij', het sluit aan bij de belevingswereld van leerlingen en/of het speelt in de omgeving van leerlingen.