Mogelijke invullingen De multiculturele samenleving

13 december 2019

Inleiding volgt.

Leerling-nabije onderwerpen

  • Culturen en subculturen. Kenmerken, overeenkomsten en verschillen. Hier kunnen verschillende jongerenculturen ter sprake komen.
  • De cultuur in je eigen streek. Interessant is het om te kijken naar de verschillen tussen bijvoorbeeld Amsterdammers, Friezen, Twentenaren, Achterhoekers, Brabanders, Limburgers. Wat is typisch voor je eigen streek? Te denken valt aan aspecten als taal, kleding, geloof, gerechten, gebruiken, enzovoort. Ook is het mogelijk om oudere mensen (bijvoorbeeld grootouders) te bevragen op dit punt.
  • De multiculturele klas. Laat leerlingen informatie opzoeken over verschillende culturen in Nederland. Bijvoorbeeld over geloof, gebruiken, waarden en normen. Als u leerlingen met veel verschillende achtergronden in uw klas heeft, kunt er ervoor kiezen elke leerling tot een expert van zijn of haar culturele achtergrond te benoemen. Als u een grotendeels monocultureel samengestelde klas heeft is dat af te raden, het kan ten koste gaan van het gevoel van veiligheid in de klas als alle leerlingen zich op één of twee leerlingen met een andere achtergrond 'storten'.

Onderwerpen voor discussie

  • Wanneer ben je wel of niet een allochtoon of autochtoon? En wanneer voel je je ook zo?
  • Wat zijn de gevolgen van het gebruik van de termen allochtoon en autochtoon?
  • Stellingen over discriminatie en vooroordelen. Leerlingen kunnen eerst van een aantal stellingen over verschillende bevolkingsgroepen aangeven of ze dit een vorm van discriminatie of een vooroordeel vinden. Daarna kunnen de meningen uitgewisseld worden.
  • Moet iedereen in Nederland zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur? En wat is dat dan?
  • Actueel en in bepaalde opzichten gevoelig is de discussie over het toelaten van vluchtelingen. Een onderzoekje naar aantallen, herkomst en motieven kan voorafgaan aan een discussie of gesprek in de klas. Ook ervaringen van vluchtelingen in het land van herkomst, onderweg en in Nederland kunnen aan bod komen. Net als de ervaringen van mensen die al in Nederland wonen en die te maken krijgen met vluchtelingen. Maak ook gebruik van wetenschappelijke inzichten op dit gebied (in-group en out-group, gevestigden en buitenstaanders).

Onderwerpen die geschikt zijn voor een praktische opdracht

  • Een onderzoekje naar verschillende jeugdculturen. Leerlingen mogen (eventueel in groepjes) een bepaalde jeugdcultuur nader onderzoeken en informatie daarover verzamelen. Dat mag een jeugdcultuur zijn waartoe ze zelf behoren, maar dat hoeft niet.
  • Een onderzoekje naar verschillende feesten, die al dan niet religieus van aard zijn. Feesten zijn vrijwel altijd verbonden aan een bepaalde cultuur. Vragen die aan de orde kunnen komen zijn: wat is het voor een feest? Ter ere van welke gebeurtenis is het feest oftewel wat wordt gevierd? Is het feest religieus van aard? Is er een verbinding met één of meer godsdiensten? Is het een wijd verspreid feest? (in welke landen en gebieden wordt het gevierd?) Wat gebeurt er tijdens dit feest? (beschrijving van activiteiten) Waar komt het feest vandaan en was het vroeger anders?