Maatschappijkunde en het sectorwerkstuk
Dit verrijkingsdeel kan worden gezien als een 'meesterproef' voor de leerlingen in de theoretische en gemengde leerweg. In het kader van het sectorwerkstuk werkt de leerling een thema uit dat past binnen de sector.
Het staat de leerling vrij een onderwerp te kiezen, zolang het past binnen de sector. Stimuleer leerlingen om bij het kiezen van een onderwerp aan te sluiten bij één van de exameneenheden van maatschappijkunde. In het kader van het sectorwerkstuk moet de leerling schriftelijke documentatie verzamelen.
De werkzaamheden aan het sectorwerkstuk verlopen voor de leerling overzichtelijker door die fasegewijs aan te pakken.
In de voorbereidingsfase kiest de leerling in samenspraak met de docent een onderwerp voor het sectorwerkstuk. Belangrijk in deze fase is het vaststellen of het kiezen van een doel en een doelgroep: voor wie wordt het werkstuk geschreven en wat wil je bereiken bij die doelgroep? De leerling dient het werkstuk te maken met het doel en de doelgroep voortdurend in het achterhoofd. Onderwerp, publieksgroep en bedoeling van het sectorwerkstuk moeten dus met elkaar 'sporen'. De leerling moet, rekening houdend met het bovenstaande, relevante (hoofd- en deel)vragen kunnen stellen. Vraag de leerling om deze vragen aan u voor te leggen. Het stellen van goede vragen is best lastig, dus het kan geen kwaad om de vragen voor aanvang van de uitvoeringsfase goed met elkaar te bespreken. Stimuleer leerlingen om vragen te stellen die met behulp van kennis uit het vak maatschappijkunde kunnen worden beantwoord.
In de uitvoeringsfase verzamelt de leerling aan de hand van de onderzoeksvragen relevante informatie uit verschillende bronnen. Uit de verzamelde informatie kiest, ordent en verwoordt de leerling vervolgens de relevante delen, opnieuw rekening houdend met doel en doelgroep van het sectorwerkstuk. In deze fase kunt u leerlingen helpen door op bronnen te wijzen die geschikt zijn en die relevant zijn voor maatschappijkunde.
In de afsluitingsfase presenteert de leerling de bewerkte informatie. Opnieuw moet de manier van presenteren aansluiten bij de doelgroep waar het sectorwerkstuk voor is bedoeld.
In de evaluatiefase reflecteert de leerling op het werkproces (het werken aan het sectorwerkstuk) en op het product (het sectorwerkstuk zelf). Daarnaast geeft de leerling aan waarom het sectorwerkstuk van belang is voor vervolgstudie, toekomstig beroep en/of algemene vorming.