Afstemming met verwante vakken
Afstemming met verwante vakken is van belang om onnodige overlap tussen vakken of verschillen in het gebruik van bepaalde begrippen te voorkomen.
Afstemming tussen natuurkunde en scheikunde
Tussen het programma nask1(natuurkunde) en nask2(scheikunde) is geen directe 'afhankelijkheidsrelatie'. Dat neemt niet weg dat leerlingen er baat bij hebben als docenten natuurkunde en scheikunde:
- voor de natuurkundige begrippen dezelfde definities gebruiken;
- bij natuurkunde aangeven dat de betreffende begrippen ook bij scheikunde voorkomen;
- bij scheikunde refereren aan die contexten waarin leerlingen de betreffende begrippen bij natuurkunde kregen aangereikt;
Als de school op zoek gaat naar afstemming tussen natuurkunde en scheikunde, is een breed scala aan onderwerpen denkbaar uit het grensgebied tussen deze twee vakken, bijvoorbeeld:
Waterzuivering
- neutraliseren van giftige gassen naar onschadelijke gassen
- de rol van bacteriën
- mechanische scheiding
Interessant zijn ook contexten uit de chemische technologie en duurzaamheidvraagstukken, vooral als daarbij energieomzettingen en rendementsberekeningen en -beschouwingen een rol spelen, bijvoorbeeld:
Duurzaamheid
- onderzoek naar duurzame producten
- duurzaam ontwerpen
- onderzoek naar de levenscyclus van producten
Afstemming tussen natuurkunde en biologie
Voor een goede afstemming van onderwijs en toetsing van de eindtermen voor het schoolexamen biologie en nask is overleg nodig tussen de vaksecties biologie en nask. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor onderwerpen die inhoudelijk in elkaars verlengde liggen en elkaar zelfs kunnen overlappen, Hierbij kan ook besloten worden om deze eindtermen in één praktische opdracht of toets te toetsen, waarvan een gedeelte onderdeel is van het schoolexamen natuurkunde en een ander gedeelte onderdeel van het schoolexamen biologie, bijvoorbeeld door het stellen van de volgende onderzoeksvraag:
Welke overeenkomst bestaat tussen het accommoderen van het oog en het gebruik van verschillende bolle lenzen. Het vinden van een antwoord op deze vraag, vraagt biologische en natuurkundige kennis en vaardigheden.
Ook bij de afstemming tussen natuurkunde en biologie, is een breed scala aan onderwerpen denkbaar uit het grensgebied tussen deze twee vakken, zoals:
Waarnemen, zien, horen, ruiken, proeven, voelen
- hoe werkt het oog, hoe werkt het oor?
- nauwkeurig waarnemen bij practicum en in beroepssituaties
- zien en grenzen aan het zien
- horen en grenzen aan het horen
- reuk en grenzen aan het ruiken
- gehoorschade, kleurenblindheid en gezichtsbedrog
Gezond gewicht
- bepalen van BMI (Body Mass Index)
- gezonde voeding
- beweging, energieverbruik
Het is aan te bevelen om met de gekozen leermiddelen voor biologie en natuurkunde een zodanige volgorde te bepalen, dat bij natuurkunde die natuurkundige begrippen geïntroduceerd kunnen worden die later in het biologieprogramma ook aan bod komen. Omgekeerd biedt het biologieprogramma contexten, waarop bij natuurkunde kan worden aangesloten en voortgebouwd.
Afstemming tussen natuurkunde en wiskunde
Voor het juist verwerken van meetresultaten in tabellen en grafieken is wiskundige kennis nodig. Dit geldt ook voor het werken met formules en eenvoudige statistische berekeningen, zoals het bepalen van het gemiddelde. Daarnaast spelen zowel in de natuurkunde als in de wiskunde het rekenen met eenheden een belangrijke rol, zoals bij bijvoorbeeld:
Het weer
- het verrichten en verwerken van allerlei metingen als neerslag, temperatuur en luchtdruk
Beweging en veiligheid in het verkeer
- onderzoek naar reactietijd, reactieafstand, stopafstand en remweg
Het is aan te bevelen om met de gekozen leermiddelen voor wiskunde en natuurkunde een zodanige volgorde te bepalen, dat bij wiskunde die wiskundige begrippen geïntroduceerd kunnen worden die later in het natuurkundeprogramma ook aan bod komen. Omgekeerd biedt het natuurkundeprogramma contexten, waarop bij wiskunde kan worden aangesloten en voortgebouwd.