Oriëntatie op leren en werken
In het examenprogramma van natuurkunde heeft de eerste exameneenheid NASK1/K/1 betrekking op de 'Oriëntatie op leren en werken'. Daarbij gaat het erom dat leerlingen: de eigen mogelijkheden en interesses in natuurkunde verwoorden in het licht van vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren:
- de eigen interesse en affiniteit verwoorden met bepaalde arbeidsgebieden, werksoorten, functies en opleidingen;
- de betekenis verwoorden van een mogelijke arbeidsrol voor zichzelf en anderen;
- de rol en het belang aangeven van scheikundige/natuurkundige kennis en vaardigheden in verschillende arbeidsgebieden en werksoorten;
- de rol en het belang aangeven van scheikundige/natuurkundige kennis en vaardigheden in discussie over maatschappelijke vraagstukken.
'Oriëntatie op leren en werken' kan in het kader van de loopbaanoriëntatie en -begeleiding op verschillende wijzen aan de orde gesteld worden. We onderscheiden twee benaderingen, die we hieronder kort toelichten.
1 Contact met de 'echte' beroepspraktijk
Het is belangrijk dat 'loopbaanoriëntatie en -begeleiding' leerlingen laat kennismaken met de 'echte' beroepspraktijk. Daarmee worden ze in de gelegenheid gesteld praktische ervaringen op te doen in typerende beroepssituaties. Het is belangrijk dat leerlingen ervaren welke competenties nodig zijn voor de uitoefening van het beroep.
2 Natuurkunde en de maatschappelijke betekenis
Voor de leerlingen is het belangrijk dat wat zij aan natuurkunde leren op school zichtbare gebruikswaarde heeft. Een belangrijke stap in die richting kan gezet worden door het onderwijsprogramma samen te stellen uit een opeenvolging van opdrachten die een duidelijke relatie hebben met situaties in de maatschappij. Door onderzoek, door communicatie met anderen over de bevindingen en door reflectie ervaren leerlingen de maatschappelijke en persoonlijke betekenis van de vakken natuurkunde en van beroepsactiviteiten waarin deze vakken een belangrijke rol spelen.
Suggesties voor praktische opdrachten in een loopbaangerichte leeromgeving
Leerlingen willen begrijpen waarvoor zij kiezen. Voor een goed begrip hebben ze persoonlijke, situatiegebonden ervaringen nodig die duidelijkheid bieden over de consequenties van hun beroepskeuze. We doen hier een aantal suggesties voor opdrachten die bijdragen aan het opdoen van persoonlijke ervaringen:
- praktische opdrachten naar aanleiding van een actuele, regionale of maatschappelijke situatie;
- kritische beschouwingen van berichten over natuurkunde in de media;
- praktische opdrachten die verband houden met publieksvoorlichting van bedrijven en kennisinstellingen;
- reflecties op bedrijfsbezoeken, snuffelstage in vervolgonderwijs, interviews met werknemers in beroepen na een natuurwetenschappelijk/technische vervolgopleiding;
- meeloopdagen met beroepsbeoefenaren;
- reflectie op beroepsbeelden na een verkenning via internet.