Praktische opdrachten
13 december 2019
In praktische opdrachten staan onderzoeksvaardigheden- en/of ontwerpvaardigheden gekoppeld aan contextrijke inhouden centraal.
Dit betekent voor het examineren van onderzoeksvaardigheden dat de volgende deelvaardigheden aan de orde komen: onderzoek voorbereiden, informatie verwerven en verwerken, het experiment uitvoeren met toepassing van technische en instrumentele vaardigheden, de verzamelde onderzoeksresultaten verwerken en hieruit conclusies trekken.
Een onderzoek als praktische opdracht kan opgebouwd zijn uit de volgende deelopdrachten:
- Bedenk een hoofdvraag en een aantal deelvragen. Schrijf deze op.
- Noteer een voorspelling/verwachting als antwoord op de hoofdvraag.
- Maak een werkplan voor het onderzoek.
- Voer het onderzoek uit volgens je werkplan.
- Noteer je waarnemingen en je meetresultaten.
- Verwerk de onderzoeksresultaten en trek een conclusie, geef een antwoord op de onderzoeksvraag.
- Maak het verslag, met daarin:
- titel
- onderzoeksvraag
- voorspelling
- benodigdheden
- uitvoering en waarnemingen
- conclusie / antwoord op onderzoeksvraag
- nieuwe onderzoeksvraag (eventueel)
Bij experimentele onderzoeken kunnen onderstaande vaardigheden op de volgende wijze worden geëxamineerd:
- reken- en wiskundige vaardigheden:
- bewerking van meetresultaten in Coach, Excel of andere computerprogramma's;
- digitale presentaties van onderzoeksresultaten.
- technische-instrumentele vaardigheden:
- omgaan met instrumenten zoals vermeld in de syllabus Nask2, waaronder liniaal, weegtoestel, klok, stroommeter, spanningsmeter, thermometer, maatcilinder, pipet, buret, injectiespuit als volumemeter, barometer;
- gebruiken van simulatieprogramma's als Coach.
- informatievaardigheden:
- verzamelen van meetgegevens.
- presenteren:
- geschreven verslag;
- demonstratie van het experiment;
- presentatie van de resultaten en conclusies met gebruik van media.
- samenwerken:
- groepsopdracht.
- zelfstandig werken:
- individuele opdracht.