NE/K/5 Spreek- en gespreksvaardigheid
De leerlingen moeten voor deze exameneenheid dus laten zien dat ze mondelinge taal als communicatiemiddel (in monoloog en in interactie) kunnen gebruiken en dat ze rekening kunnen houden met taalvariaties.
NE/K/5 Spreek- en gespreksvaardigheid | bb | kb | gl/tl |
De kandidaat kan:
|
X | X | X |
Verplicht in schoolexamen
Spreek- en gespreksvaardigheid dienen in alle leerwegen van het vmbo te worden getoetst in het schoolexamen.
Referentiekader mondelinge vaardigheid
Het referentiekader Mondelinge taalvaardigheid - spreken en gesprekken voeren 2F kan richting geven bij de invulling van de schoolexamens rondom gespreksvaardigheid.
Spreken en gesprekken voeren apart getoetst in het SE
Het referentiekader maakt in tegenstelling tot het examenprogramma onderscheid tussen spreken en gesprekken voeren. Dat kan richting geven aan de invulling van het schoolexamen, namelijk de keuze voor twee aparte onderdelen in het PTA: een monoloog en een gesprek. Argumenten daarvoor zijn:
- borging van de validiteit: spreken (monoloog) en gesprekken voeren (dialoog/polyloog) zijn twee vaardigheden met gemeenschappelijke, maar ook met eigen kenmerken van de taakuitvoering.
- verhoging van betrouwbaarheid: de beoordeling van mondelinge vaardigheid is een lastige zaak. Twee momenten van beoordeling waarbij toetsdoelen duidelijk zijn benoemd verhoogt de betrouwbaarheid.