Gespreksvaardigheid en het referentiekader
28 mei 2020
Voor het vmbo geldt dat de exameneenheid Gespreksvaardigheid vergeleken kan worden met de omschrijving van het referentiekader taal voor mondelinge taalvaardigheid, de onderdelen spreken en gesprekken voeren op 2F. De tekstkenmerken die het referentiekader geeft, komen overeen met die in het examenprogramma.
Uitbreiding in referentiekader
- Het referentiekader maakt onderscheid in spreken, het houden van een monoloog, en gesprekken voeren, het deelnemen aan discussie en overleg en het uitwisselen van informatie. De taken die het referentiekader op niveau 2F omschrijft zijn voor:
- Spreken (een monoloog houden): het informatie kunnen verzamen over een voor hen interessant onderwerp; in grote lijnen redenen en verklaringen kunnen geven voor meningen, plannen en handelingen; korte verhalen kunnen vertellen en vragen naar aanleiding van de presentatie kunnen beantwoorden.
- Gesprekken voeren (deelnemen aan overleg of discussie): het bespreken wat er gedaan moet worden; bijdragen aan de planning; het verhelderen van een probleem; het uitdrukken van een overtuiging, mening; instemming of afkeuring uitdrukken en commentaar geven op de visie van anderen.
- In het referentiekader worden de onderwerpen globaal beschreven voor niveau 2F, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen spreken en gesprekken.
- Onderwerpen spreken: onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard.
- Onderwerpen gesprekken voeren: onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en uit de leefwereld van de leerling.
Bij het (voorbereid) spreken op 2F (vmbo) kan het gaan over iets abstractere (maatschappelijke) onderwerpen dan bij gesprekken voeren.
- Het referentiekader is uitvoeriger in de beschrijving van de kenmerken van de taakuitvoering. Zo is het referentiekader expliciet over samenhang, het woordgebruik en woordenschat, de vloeiendheid en verstaanbaarheid en de grammaticale beheersing van de sprekers. De niveaubeschrijvingen bij de taakuitvoering zijn geschikt voor de beoordeling van het niveau van bepaalde leerlingprestaties.