Wat je moet weten over de inrichting van de onderbouw van het VO
De huidige wet- en regelgeving voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs is ingegaan op 1 augustus 2006. Kenmerkend hiervoor is dat scholen meer beleidsvrijheid hebben gekregen en dat de ruim 300 kerndoelen van de basisvorming vervangen zijn door 58 globale, meer op het leerproces gerichte doelen. Bij deze grotere beleidsvrijheid is het van belang om te weten wat verplicht is en op welke gebieden scholen ruimte hebben voor eigen keuzes.
Hier vind je alle informatie over de regelgeving. Het betreft geactualiseerde informatie op basis van de eerder verschenen brochure 'Wat moet en mag in de onderbouw?' van het ministerie van OCW.
Leerstofaanbod
Verplicht
- Kerndeel van het curriculum (2/3 van de eerste twee leerjaren): 58 globale kerndoelen.
- Binnen het differentieel deel van het curriculum (1/3 van de eerste twee leerjaren):
- een tweede moderne vreemde taal (Frans, Duits, Spaans, Arabisch of Turks) in vmbo kl/gl/tl
- Frans en Duits (of in plaats van één daarvan Spaans, Russisch,
- Italiaans, Arabisch of Turks) in havo/vwo
- Latijn en Grieks op het gymnasium
- Fries in Friesland
Toelichting
Het curriculum bestaat in de eerste twee leerjaren uit twee delen: het kerndeel en het differentieel deel. Het kerndeel is bestemd voor alle leerlingen en bevat 58 globaal geformuleerde kerndoelen. De school bepaalt zelf de concrete uitwerking van de kerndoelen in vakken, projecten, leergebieden, een combinatie van deze of bijvoorbeeld in competentiegericht onderwijs. Tot het differentieel deel behoren: wettelijke verplichtingen die gerelateerd zijn aan de schoolsoort (de tweede moderne vreemde taal (Frans, Duits, Spaans, Arabisch of Turks) in het vmbo kl, gl en tl, Frans en Duits (of in plaats van één daarvan Spaans, Russisch, Italiaans, Arabisch of Turks) in het havo en vwo, Fries in Friesland en Latijn en Grieks op het gymnasium), het vormgeven van de doorlopende leerlijn en onderdelen waarmee de school zich wil profileren (zoals levens- beschouwing, een extra moderne vreemde taal of sport).
- Realiseren van doorlopende leerlijnen po/vo en onderbouw/bovenbouw.
- Realiseren van samenhang.
- Aan het einde van leerjaar 2 vmbo moeten voor leerlingen alle sectoren nog te kiezen zijn.
- Aan het einde van leerjaar 3 havo/vwo moeten voor leerlingen alle profielen nog te kiezen zijn.
Toelichting
Dat aan het einde van het derde leerjaar havo en vwo alle profielen nog te kiezen moeten zijn, betekent dat het programma van de Tweede Fase niet eerder start dan in het vierde leerjaar. Uiteraard kan in leerjaar 3 pedagogisch-didactisch geanticipeerd worden op de Tweede Fase.
Door school zelf te bepalen
- Clustering van de kerndoelen in: vakken, vakoverstijgende activiteiten (bijvoorbeeld projecten), leergebieden of anders.
- Concrete uitwerking van de kerndoelen per schoolsoort.De website Leerplan in beeld biedt ondersteuning bij het ontwerpen van het onderwijsprogramma op basis van de kerndoelen, eindtermen, leerlijnen, tussendoelen en basisstof en keuzeonderdelen Voor de referentieniveaus taal en rekenen verwijzen we je naar de website Taal en rekenen.
- Leermiddelen.
- Invulling derde leerjaar havo/vwo.
Toelichting
In de eerste drie leerjaren havo en vwo moet onderwijs verzorgd worden in twee moderne vreemde talen naast het Engels (Frans en Duits, of in plaats van één daarvan Spaans, Russisch, Italiaans, Arabisch of Turks). Latijnse en Griekse taal en letterkunde zijn verplicht in de eerste drie leerjaren van het gymnasium. Verder geeft de wet, behalve de al genoemde bepalingen voor de profielkeuzes in de Tweede Fase, geen voorschriften. Dit betekent dat de school in dit jaar ruime mogelijkheden heeft om te zorgen voor een vloeiende overgang - een doorlopende leerlijn - van klas 3 naar klas 4, zowel programmatisch als wat betreft het gewenste niveau.
Onderwijstijd
Voor de meest actuele informatie over onderwijstijd verwijzen we je naar de website van OCW.
Door school zelf te bepalen
- Aantallen uren voor de verschillende onderdelen van het curriculum (vakken, leergebieden en andere eenheden); er is dus geen voorgeschreven tabel of adviestabel en er zijn geen beschermde lesuren.
- Afspraken over indeling en besteding van de onderwijstijd (bijvoorbeeld keuzewerktijd).
- Aantal weken waarover de onderwijstijd verdeeld wordt.
Toelichting
Er is geen voorgeschreven lessentabel of adviestabel. Er is voor geen enkel vak een minimum aantal lesuren voorgeschreven. Wel bestaan er verplichtingen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding: lichamelijke opvoeding moet gegeven worden in elk leerjaar en gespreid over de weken in het schooljaar. Iedere school moet er zoveel tijd aan besteden, dat wordt voldaan aan de inhoudelijk gestelde eisen van kwaliteit, intensiteit en variëteit. Die eisen zijn opgenomen in kerndoelen en examenprogramma's. Daarbij wordt uitgegaan van de situatie zoals die op 1 augustus 2005 gold, met de aanscherping dat het gaat om praktische bewegingsactiviteiten
Didactisch handelen
Verplicht
- Bevoegde / bekwame docenten
Door school zelf te bepalen
- Inzet van vakleraren, leraren voor projecten of leergebieden, kernteams (individuele bevoegdheid of teambevoegdheid)
Toelichting
De regels voor bevoegdheden bieden ruimte: de school kan zelf kiezen voor individuele bevoegdheid of teambevoegdheid. Het is toegestaan dat een docent die daartoe bekwaam geacht wordt door het bevoegd gezag meerdere vakken voor een groep leerlingen verzorgt, mits in het team waarvan hij deel uitmaakt voor alle te geven vakken een bevoegd docent aanwezig is die de inhoudelijke verantwoordelijkheid draagt. Wanneer een docent naar de mening van het bevoegd gezag niet (volledig) aan de bekwaamheidseisen voldoet om onderwijs in meerdere vakken te verzorgen, beslist het bevoegd gezag op welke punten deze docent bijgeschoold moet worden. Daarbij moet het gezag ook de opvattingen van de leden van het team in aanmerking nemen.
- Materialen
- Groepsgrootte
- Afspraken over concretisering van de doelen, pedagogisch handelen, didactiek, begeleiding, samenhang, toetsing en beoordeling
- De manier waarop de school vormgeeft aan de Algemene karakteristiek van het onderwijs in de onderbouw VO:
- De leerling leert actief en in toenemende mate zelfstandig
- De leerling leert samen met anderen
- De leerling leert in samenhang
- De leerling oriënteert zich
- De leerling leert in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving
- De leerling leert in een doorlopende leerlijn
- Samenstelling teams
- Schoolorganisatie
Toelichting
De Algemene karakteristiek van het onderwijs in de onderbouw VO (als onderdeel van het advies van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming) telt zes aspecten. Daarnaast is per domein een meer specifieke karakteristiek opgesteld. Het is aan de school zelf te bepalen hoe deze karakteristieken geconcretiseerd worden in het onderwijs.