Bewegingsonderwijs: belang en bedoeling
Deze publicatie is bestemd voor vakdocenten bewegingsonderwijs, schoolleiders en lerarenopleiders. Lichamelijke opvoeding, of bewegingsonderwijs, is sinds jaar en dag het door de jeugd meest gewaardeerde schoolvak. Maar gek genoeg kampt het vrijwel doorlopend met imago- en legitimatieproblemen. Waar gaat het in dit vak nu precies om? Kan de school niet zonder? Deze vragen staan centraal in dit boek. De vraag naar het belang en de taakstelling van het bewegingsonderwijs is gedurende de afgelopen halve eeuw heel verschillend beantwoord. In dit boek wordt eenvoudigweg als volgt geredeneerd: deelname aan sport, spel en bewegen (ook wel: bewegingscultuur) is onmiskenbaar van belang, voor het individu en voor de samenleving als geheel. De participatiecijfers en de wetenschap laten daarover geen misverstand bestaan. De school vervult bij de voorbereiding op die deelname een sleutelrol. Die bereikt immers alle jongeren en biedt bovendien een adequaat pedagogisch klimaat en deskundige begeleiding. Het bewegingsonderwijs is erop gericht leerlingen bekwaam te maken voor zelfstandige, verantwoorde, perspectiefrijke en blijvende deelname aan de bewegingscultuur.
Stegeman, H. (2005). Bewegingsonderwijs: belang en bedoeling. Zeist: Jan Luiting Fonds.