Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
Deze handreiking beschrijft twee lessen rondom spreken en gesprekken voeren die ingezet kunnen worden om te werken aan de mondelinge taalvaardigheid van leerlingen. De ontwikkelde taken sluiten qua vorm en inhoud aan bij de toetstaken die gebruikt zijn in de peiling Mondelinge taalvaardigheid aan het einde van het speciaal (basis)onderwijs. Ze zijn echter aangepast aan de context van de lespraktijk en voorzien van een lesbeschrijving en leerlingmateriaal. In de les over gesprekken voeren lossen de leerlingen gezamenlijk een probleem op. Ze gaan met elkaar in overleg om meningen en argumenten uit te wisselen en om elkaar advies te geven. In de les over spreken vertellen leerlingen elkaar een verhaal dat ze zelf hebben voorbereid.
Deze praktische handreiking voor schrijfvaardigheidsonderwijs is gericht op leerkrachten van de midden- en bovenbouw van het (speciaal) basisonderwijs. De handreiking wil een impuls geven aan de inbedding van het schrijfonderwijs in het taalbeleid van de school. Met behulp van drie afzonderlijk te gebruiken hoofdstukken kunnen leerkrachten keuzes maken welke aspecten van het schrijfonderwijs op hun school het meest relevant zijn om aan te pakken. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere doelen en doorgaande leerlijnen, leeractiviteiten voor schrijven en het volgen van de schrijfvaardigheidsontwikkeling en het beoordelen van teksten. Aan het eind van elk hoofstuk zijn praktische suggesties en leestips opgenomen. Aanleiding voor de handreiking is het peilingsonderzoek schrijfvaardigheid dat de Inspectie voor het Onderwijs in 2019 uitvoerde onder 95 basisscholen en 37 sbo-scholen.
SLO onderzoekt in een meerjarig pilotproject hoe het conceptexamenprogramma technologie en toepassing wordt ingevoerd en geïmplementeerd. Hoe ziet het programma er in de lespraktijk uit en is het haalbaar, uitvoerbaar en toetsbaar volgens docenten en leerlingen? In dit rapport zijn de resultaten van de derde tussenmeting in leerjaar 4 vmbo-gl/tl te lezen.
Om een beeld te krijgen van de kennis, vaardigheden en houdingen van leerlingen aan het eind van het basisonderwijs voert de Inspectie van het Onderwijs periodiek onderzoek uit. Dat gebeurt op basis van een domeinbeschrijving. Daarin is opgenomen wat de wettelijke eisen zijn voor de inhoud van het specifieke domein en wat bekend is over de stand van zaken van het domein. Een volgend onderzoek naar rekenen-wiskunde staat gepland voor 2023. Daarin zullen het onderwijsaanbod en de leerresultaten rekenen-wiskunde in kaart worden gebracht van groep 8-leerlingen van het reguliere basisonderwijs (bo), schoolverlaters van het speciaal basisonderwijs (sbo), en – voor het eerst – van schoolverlaters van het speciaal onderwijs (so). Deze domeinbeschrijving vormt de basis voor het geplande peilingsonderzoek.
Veel kleutergroepen en voorschoolse voorzieningen werken graag met thema’s. Om te zorgen dat kinderen optimaal spelend leren, is het belangrijk dat de thema’s goed aansluiten op hun belevingswereld. Beredeneerd werken met een thema (thematiseren) helpt om kinderen te motiveren en hen nieuwsgierig te maken.
In augustus 2017 is een nieuw examenprogramma maatschappijwetenschappen voor havo en vwo landelijk ingevoerd. Karakteristiek voor het nieuwe programma is de concept-contextbenadering. Daarmee verdween de traditionele, thematische aanpak van het oude programma. Het nieuwe examenprogramma bevat compleet vernieuwde domeinen en een nieuwe begrippenstructuur in de vorm van vier hoofdconcepten en 23 kernconcepten. Om een beeld te krijgen over de manier waarop het programma in de praktijk ingevuld en gewaardeerd wordt, zijn docenten drie en leerlingen twee keer gevraagd hun ervaringen met het programma te delen. De eerste ervaringen van docenten en leerlingen met het nieuwe programma zijn in het algemeen gematigd positief. De uitgebreide resultaten van het onderzoek zijn te lezen in dit rapport.
Een paar jaar na de invoering van de nieuwe examenprogramma's voor de bètavakken blijken behoorlijk wat ambities van de vernieuwingsprojecten vervuld te zijn. Maar met één ambitie is het niet zo goed gelukt: veel docenten biologie, natuur- en scheikunde vinden de examenprogramma's nog steeds te vol. SLO wilde preciezer weten waar de overladenheid in zit en hoe die te voorkomen of te bestrijden is. Daarvoor heeft SLO voor deze drie bètavakken onderzoek gedaan met per vak twee deelstudies: een analyse van enkele veelgebruikte methodes en een gesprek met een lerarenpanel. In dit verslag zijn de uitkomsten van het onderzoek te lezen.
Leraren uit het primair en voortgezet onderwijs nemen graag aanbod af van culturele instellingen. Met hun leerlingen bezoeken ze musea of culturele plekken en ze gebruiken(digitaal) lesaanbod van de instellingen op verschillende manieren in hun lessen. Ontwikkelaars en aanbieders van cultureel lesmateriaal willen graag dat het onderwijs hun materialen gebruikt. Maar hoe kunnen zij hun aanbod zo goed mogelijk laten aansluiting bij de doelen van de verschillende vakken en/of leergebieden? De zes scenario’s in deze handreiking schetsen de mogelijke rollen van de leraar als gebruiker van cultureel erfgoed. Elk scenario helpt de aanbieders van cultureel erfgoed om met de leraar in gesprek te gaan over de beste manier waarop hun aanbod aan kan sluiten bij de vraag van de scholen.
Verhalend ontwerpen doet een groot beroep op de betrokkenheid van kinderen. Als leerkracht benut je de natuurlijke nieuwsgierigheid van ieder kind om samen met hen een verhaal te vertellen. Jij maakt het begin en de rode draad en nodigt de kinderen uit om daar hun eigen ideeën aan toe te voegen om het verhaal af te maken. Zo stimuleer je eigenaarschap bij kinderen over hun eigen leer- en ontwikkelproces. Dit uitgewerkte voorbeeld laat zien hoe de principes van formatief evalueren verweven kunnen worden in de onderbouw van het primair onderwijs. Na een korte toelichting op verhalend ontwerpen en formatief evalueren wordt een stappenplan gepresenteerd dat de onderwijsinhouden en de pedagogische en onderwijskundige ideeën over goed onderwijs met een formatieve insteek bijeenbrengt.
SLO onderzoekt in een meerjarige pilot op 24 scholen hoe het conceptexamenprogramma technologie en toepassing wordt ingevoerd en geïmplementeerd. Hoe ziet het programma er in de lespraktijk uit en is het haalbaar, uitvoerbaar en toetsbaar volgens docenten en leerlingen? In dit rapport zijn de resultaten van de tweede tussenmeting in leerjaar 3 vmbo-gl/tl te lezen.