Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
aantal resultaten: 25
In deze publicatie, bedoeld voor docenten wiskunde in de onderbouw vo, worden de kerndoelen geconcretiseerd. De beschrijving is gericht op onderwijs dat aan leerlingen een actieve rol wil geven bij het leren van wiskundevaardigheden en denkwijzen. Zij bevat voorbeelden die de docent, hopelijk zonder al te veel moeite, om kan zetten in lessen die aan leerlingen die actieve rol kunnen geven.
26 januari 2015
De invoering van het Referentiekader taal en rekenen stelt het basisonderwijs voor de vraag langs welke weg de eindniveaus 1F en 1S/2F te bereiken zijn. Hoe is de opbouw van de leerstof voor de verschillende domeinen over de groepen 1 tot en met 8? Welke didactiek is geschikt om die leerstof in de verschillende groepen aan de orde te stellen? Een serie van vier publicaties, elk over één van de domeinen van het taalonderwijs, wil antwoord geven op deze vragen. De voorliggende publicatie bevat een uitwerking van doorlopende leerlijnen voor het schrijfonderwijs. Na een korte schematische beschrijving van de leerstof van schrijven en een beschrijving van de algemene kenmerken van de leerlijn schrijven volgt een karakteristiek van de schrijfdidactiek voor de groepen 3-8. Twee bijlagen geven voorbeelden van teksten van leerlingen met de bijbehorende schrijftaken. Analyses van deze schrijftaken en teksten geven een concretisering van de leerlijn schrijven.
26 januari 2015
De minimumdoelen/fundamentele doelen rekenen-wiskunde sluiten aan bij de referentieniveaus die voor het basisonderwijs recent zijn ontwikkeld. In opdracht van het ministerie van OCW heeft de commissie Meijerink (2008) referentieniveaus geformuleerd voor taal en rekenen voor de overgangen van de verschillende schooltypes. Dit met als doel de drempels tussen verschillende schooltypes te slechten en de kwaliteit van de leeropbrengsten te verhogen. Voor einde basisonderwijs zijn voor rekenen-wiskunde twee referentieniveaus geformuleerd: 1F, het Fundamenteel niveau en 1S, het Streefniveau. 1F is het niveau dat alle kinderen in principe aan het eind van de basisschool moeten kunnen bereiken. Doorgaans betreft dit leerlingen die na de basisschool naar de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo gaan. Om goed in dat vervolgonderwijs te kunnen doorstromen, moeten zij het fundamenteel niveau 1F beheersen. 1S is het niveau dat bedoeld is voor leerlingen die na de basisschool naar de gemengde leerweg of theoretische leerweg in het vmbo of naar havo en vwo doorstromen.
22 januari 2015
Dit vakdossier bevat een beschrijving van de stand van zaken van Engels in het basisonderwijs (Eibo).Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de beleidsontwikkelingen en gaat in op de verschillende generaties kerndoelen. In hoofdstuk 2 wordt de lespraktijk beschreven. Wanneer starten scholen met Engels, hoeveel tijd wordt er wekelijks aan besteed, hoe wordt Engels gegeven, met welk materiaal en welke toetsen? Hoofdstuk 3 gaat in op de opleiding en toerusting van leerkrachten, zowel wat de didactische als de linguïstische vaardigheden betreft waarover huidige en toekomstige leerkrachten bij voorkeur zouden moeten beschikken.Hoofdstuk 4 belicht de tendens om eerder dan in groep 7 met Engels te starten en wat dit betekent, onder andere met het oog op doorstroming naar het voortgezet onderwijs.Hoofdstuk 5, ten slotte, plaatst de stand van zaken wat betreft Eibo in internationaal perspectief en doet enkele aanbevelingen om de kwaliteit van de praktijk van Eibo te verbeteren.
22 januari 2015
De resultaten van PISA in de periode 2003-2009 laten een dalende lijn zien - zowel absoluut (gemiddelde scores) als relatief (positie op de internationale ranglijst) - in prestaties van Nederlandse leerlingen voor wiskunde en deels ook voor leesvaardigheid en natuurwetenschappen. Naar aanleiding hiervan heeft de directie Voortgezet Onderwijs van OCW SLO gevraagd een analyse van de PISA-uitkomsten uit te voeren waarin deze daling vanuit leerplankundig perspectief verklaard wordt. Bij deze analyse is als kapstok gehanteerd de indeling in leerplankundige verschijningsvormen: beoogd, uitgevoerd en bereikt curriculum. Met name ging het daarbij om de vraag hoe dat wat gevraagd en getoetst wordt bij PISA zich verhoudt tot de kerndoelen, de meest gebruikte methoden en de lespraktijk op basis van die methoden. Daarbij is niet alleen gekeken naar de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar naar de hele fase van het funderend onderwijs (4 - 15) en daarnaast ook naar de tweede fase.
21 april 2010