Publicaties
verfijn de resultaten
Zoeken in de index
De inhouden van de kijkwijzers taalgericht vakonderwijs geven handen en voeten aan taalgericht vakonderwijs. Inzet van taalgericht vakonderwijs stimuleert dat leerlingen gemotiveerder vakinhouden leren en tegelijk hun taalvaardigheid verbeteren.
Deze handreiking beschrijft twee lessen rondom spreken en gesprekken voeren die ingezet kunnen worden om te werken aan de mondelinge taalvaardigheid van leerlingen. De ontwikkelde taken sluiten qua vorm en inhoud aan bij de toetstaken die gebruikt zijn in de peiling Mondelinge taalvaardigheid aan het einde van het speciaal (basis)onderwijs. Ze zijn echter aangepast aan de context van de lespraktijk en voorzien van een lesbeschrijving en leerlingmateriaal. In de les over gesprekken voeren lossen de leerlingen gezamenlijk een probleem op. Ze gaan met elkaar in overleg om meningen en argumenten uit te wisselen en om elkaar advies te geven. In de les over spreken vertellen leerlingen elkaar een verhaal dat ze zelf hebben voorbereid.
Deze praktische handreiking voor schrijfvaardigheidsonderwijs is gericht op leerkrachten van de midden- en bovenbouw van het (speciaal) basisonderwijs. De handreiking wil een impuls geven aan de inbedding van het schrijfonderwijs in het taalbeleid van de school. Met behulp van drie afzonderlijk te gebruiken hoofdstukken kunnen leerkrachten keuzes maken welke aspecten van het schrijfonderwijs op hun school het meest relevant zijn om aan te pakken. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere doelen en doorgaande leerlijnen, leeractiviteiten voor schrijven en het volgen van de schrijfvaardigheidsontwikkeling en het beoordelen van teksten. Aan het eind van elk hoofstuk zijn praktische suggesties en leestips opgenomen. Aanleiding voor de handreiking is het peilingsonderzoek schrijfvaardigheid dat de Inspectie voor het Onderwijs in 2019 uitvoerde onder 95 basisscholen en 37 sbo-scholen.
Veel kleutergroepen en voorschoolse voorzieningen werken graag met thema’s. Om te zorgen dat kinderen optimaal spelend leren, is het belangrijk dat de thema’s goed aansluiten op hun belevingswereld. Beredeneerd werken met een thema (thematiseren) helpt om kinderen te motiveren en hen nieuwsgierig te maken.
Leraren uit het primair en voortgezet onderwijs nemen graag aanbod af van culturele instellingen. Met hun leerlingen bezoeken ze musea of culturele plekken en ze gebruiken(digitaal) lesaanbod van de instellingen op verschillende manieren in hun lessen. Ontwikkelaars en aanbieders van cultureel lesmateriaal willen graag dat het onderwijs hun materialen gebruikt. Maar hoe kunnen zij hun aanbod zo goed mogelijk laten aansluiting bij de doelen van de verschillende vakken en/of leergebieden? De zes scenario’s in deze handreiking schetsen de mogelijke rollen van de leraar als gebruiker van cultureel erfgoed. Elk scenario helpt de aanbieders van cultureel erfgoed om met de leraar in gesprek te gaan over de beste manier waarop hun aanbod aan kan sluiten bij de vraag van de scholen.
In deze verkennende studie is ingegaan op de vraag hoe docenten ondersteund kunnen worden in het zoeken, arrangeren en metadateren van leermiddelen met behulp van leerlijnen. Voor het onderzoek is een demo-omgeving ontwikkeld waarin als voorbeeld een drietal leerlijnen is uitgewerkt. Voor het primair onderwijs (po) is de leerlijn rekenen uit Tule uitgewerkt, voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het referentiekader taal gebruikt en voor het voortgezet onderwijs (vo) is het vak Engels op basis van het Europees Referentiekader als voorbeeld genomen. Het onderzoek is uitgevoerd bij 26 docenten in po, mbo en vo. De resultaten zijn veelbelovend: de deelnemende docenten zien bijna allemaal een meerwaarde in het gebruik van leerlijnen voor zoeken, arrangeren en metadateren van leermiddelen op de wijze zoals dat in de demo-omgeving is uitgewerkt.